05-11 ZM2B les 5 (1.4)

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken
Flesje water
Welkom bij Geschiedenis ZM2B!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken
Flesje water
Welkom bij Geschiedenis ZM2B!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

timer
5:00

Slide 1 - Slide

HK2C les 2 (1.1+1.2) 
ZM2B les 5 (1.4)
De 'Gouden' Eeuw

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhalen §1.3 'Amsterdam in de Gouden Eeuw'

  • Lesdoelen §1.4

  • §1.4 Arm in de Gouden Eeuw: Niet iedereen was rijk, armenzorg, arm en opgesloten.

Slide 3 - Slide

Herhalen §1.3
'Amsterdam in de Gouden Eeuw'

Slide 4 - Slide

HK2C les 2 (1.1+1.2) 
§3. Amsterdam in de Gouden Eeuw

Slide 5 - Slide

§1.3 
Amsterdam als Stapelmarkt
leerboek blz. 10+11
  • Amsterdam en Antwerpen hadden een goede locatie > Halverwege de handelsroutes tussen Noord- en Zuid-Europa (spullen opslaan tijdens de lange reis)
  • Via de rivieren kon je spullen verder Europa in vervoeren
  • Er werden pakhuizen gebouwd > graan, wijn, vis en specerijen opslaan = stapelmarkt
Begrip: stapelmarkt= Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld.
Herhalen

Slide 6 - Slide

Amsterdam als Stapelmarkt
  • In de Zestiende Eeuw hoorden Nederland (en België) bij Spanje
  • Na de Nederlandse opstand (80 Jarige Oorlog) tegen Spanje, waren de Noordelijke Nederlanden onafhankelijk > de Zuidelijke Nederlanden (België) bleven van Spanje
  • Door de oorlog sloten de Noordelijke Nederlanden de haven van Antwerpen af 
  • Schepen moesten nu wel naar de haven van Amsterdam > hierdoor werd Amsterdam de belangrijkste stapelmarkt
Begrip: stapelmarkt= Plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld.
Willem van Oranje (1533-1584), leider van de Nederlandse opstand tegen Spanje
Herhalen

Slide 7 - Slide

§1.3 Immigratie
  • Amsterdam werd tijdens de 17e Eeuw een 'wereldstad'
  • Dit zorgde voor veel migratie
  • Meerdere redenen:
       - Handelsstad (rijkdom)
       - Vrede (na 80-jarige oorlog)
       - Geloofsvrijheid
  • Rond 1625 is 40% van de inwoners van Amsterdam immigrant

Migratie; door het afsluiten van de Antwerpse haven kwamen veel handelaren naar Amsterdam, nu dit de belangrijkste haven van de Nederlanden was geworden. Rijke handelaren zochten een nieuw thuis in Amsterdam. Ze namen hun kennis, geld en geloof mee naar Amsterdam. 
In veel Europese landen werden mensen in deze tijd vervolgd (gearresteerd of gestraft, soms zelfs gedood) om hun geloof. Veel koningen wilde dat alle inwoners van hun land hetzelfde geloof hadden, geloofde je wat anders dan was je een ketter.
Herhalen

Slide 8 - Slide

§1.3 
Grachtenpanden
  • Doordat de haven van Antwerpen afgesloten was werd het druk in Amsterdam > handelsschepen, handelswaar en immigranten
  • De stad moest groeien > drie nieuwe grachten gegraven (Keizersgracht, Prinsengracht en Herengracht
  • Woonhuizen en pakhuizen voor rijke handelaren
  • De grachtengordel
Herhalen

Slide 9 - Slide

          en buitenhuizen
  • Nadelen aan zo'n volle stad:
       - altijd druk
       - veel lawaai
       - geen riolering (stank en ziektes)
  • In de zomertijd naar het 'buitenhuis' verhuizen
  • Mooie, grote huizen buiten de stad > maar niet te ver weg


Herhalen

Slide 10 - Slide

§1.3 Inpolderen
  • De Gouden Eeuw (1600-1700) > het ging economisch heel erg goed met de Nederlanden
  • Omdat het zo goed ging, groeide de bevolking snel
  • Meer mensen = meer voedsel nodig > weinig landbouwgrond (probleem)
  • Jan Adriaanszoon Leeghwater > polderen (oplossing)
  • Meren en natte grond (moeras) droogmaken met molens > dijken bouwen, kanaal rondom graven, met molens het water naar het kanaal pompen = droogmakerij oftewel een polder
Begrip: Droogmakerij= Droogmakerij of Polder: land dat vroeger een meer of ondiep deel van de zee was en dat is drooggelegd.
Jan Adriaanszoon Leeghwater (1575-1650), was een Nederlandse molenmaker en waterbouwkundige. Hij was betrokken bij meerdere droogmakerijen tijdens de Gouden Eeuw.
Herhalen

Slide 11 - Slide

Zelf doen:
Leerboek blz.  12-13
Werkboek blz. 17-19

Maken: opdr. 
2, 3a, 5e, 6, 7a-7b

timer
15:00

Slide 12 - Slide

HK2C les 2 (1.1+1.2) 
§4. Arm in de Gouden Eeuw

Slide 13 - Slide

Lesdoelen 1.4
Aan het eind van deze les:

1. Je kunt benoemen welke bevolkingsgroepen er aanwezig waren in de Republiek. (R)
2. Je kunt beschrijven hoe de armenzorg was vormgegeven.(T1)
3. Je kunt uitleggen wat het rasphuis is en hoe je hier terecht kon komen. (R)



















Slide 14 - Slide

Lees: blz. 14+15 leerboek
timer
7:00

Slide 15 - Slide


§1.4 Niet iedereen was rijk
In de Republiek was de rijkdom niet eerlijk verdeeld:

  • De Regenten en hun families waren het rijkst
  • Daaronder kwamen de welgestelde kooplieden, notarissen en advocaten
  • Daaronder stonden de ambachtslieden en winkeliers 
  • Helemaal onderaan kwam de rest (ongeschoolde arbeiders, soldaten, sjouwers, zeelui, etc.) 

  • De overheid betaalde mee aan de graanprijzen, om brood goedkoop te houden= minder ontevreden mensen

De Gouden Eeuw was voor de meeste inwoners van de Republiek niet zo goud.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video


§1.4 Armenzorg
Helemaal onderaan kwam de rest (ongeschoolde arbeiders, soldaten, sjouwers, zeelui, etc.) 

  • Zij hadden geen vaste baan: wie ziek was of geen werk kon vinden, had geen inkomen
  • Zij konden dan armenzorg krijgen:

  1. Van rijkere familie (als ze die hadden)
  2. Van de kerk
  3. De gildes zorgden voor hun leden
  4. Rijke mensen begonnen organisaties voor armenhulp
  5. Als je echt nergens anders heen kon kreeg je minimale hulp van de stadsoverheid

Slide 18 - Slide

§1.4 Arm en opgesloten
De armenzorg was vaak net genoeg/ te weinig om van te leven:

  • Stelen, bedelen, oplichten, prostitutie

  • Mannen werden naar het rasphuis gestuurd

  • Vrouwen naar het spinhuis

  • Straffen, heropvoeden en nuttig zijn

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Lesdoelen 1.4
Nu deze les (bijna) aan het einde is:

1. Kan je benoemen welke bevolkingsgroepen er aanwezig waren in de Republiek. (R)
2. Kan je beschrijven hoe de armenzorg was vormgegeven.(T1)
3. Kan je uitleggen wat het rasphuis is en hoe je hier terecht kon komen. (R)



















Slide 21 - Slide

Opdrachten 
maak van 1.4 opdracht:






Als je nu lekker doorwerkt, heb je minder huiswerk!
Leerboek blz. ... - ...
Werkboek blz. ... - ...
Niet af = Huiswerk

Slide 22 - Slide

  1. Schrijf twee dingen op die je van 1.4 hebt geleerd

...............................................

...............................................


2. Schrijf minimaal één ding op wat je nog lastig vindt van 1.4

...............................................
Check out

Slide 23 - Slide