What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
28-1 H2A woordsoorten hh + hww & zww
Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel
Slide 1 - Slide
Vandaag
10 minuutjes lezen
Woordsoorten - herhaling
Nakijken opdrachten & aan de slag!
Huiswerk + taalvout
Slide 2 - Slide
Chill: 10 minuutjes lezen!
Slide 3 - Slide
Woensdag 29 januari:
Toets Grammatica
- Grammatica zinsdelen hf. 1, 2 en 3
(blz. 26 t/m 28; blz. 68 t/m 70; blz. 110 t/m 112)
- Grammatica woordsoorten hf. 1
(blz. 29 t/m 31)
Slide 4 - Slide
Je verdeelt de zin en geeft de
zinsdelen
functies:
PV
OW
WG of NG
LV
MV
BWB
Je geeft van
elk woord
aan wat voor soort het is:
ZN
LW
BN
WW
Aanw. vnw.
Vr. vnw
VZ
BW
ZINSDELEN
WOORDSOORTEN
Slide 5 - Slide
Maak een zin met een zelfstandig naamwoord (zn), een lidwoord (zn) en een bijvoeglijk naamwoord (bn).
Slide 6 - Open question
Zelfstandig naamwoord (ZN)
:
mens, dier, plant, ding, gevoel of naam:
vrouw, huis, vreugde, Gemert
. Je kunt er vaak de, het of een voorzetten.
Lidwoord (LW)
:
de, het en een. Hoort bij ZN.
(Dus let op: Het regent. 'Het' is hier geen LW!)
Bijvoeglijk naamwoord (BN)
:
zegt iets over een ZN:
oude, hoge, rode, houten, zilveren.
Slide 7 - Slide
Dat kastje is bijna kapot.
Dat =
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
aanwijzend voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord
Slide 8 - Quiz
Aanwijzend voornaamwoord
Een
aanwijzend voornaamwoord
wijst personen en dingen aan.
Deze, die, dit, dat, zulke, zo'n, dergelijke
Slide 9 - Slide
Wat heb je gedaan?
'Wat' is een ....
A
bijvoeglijk naamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord
Slide 10 - Quiz
Vragend voornaamwoord
Wie
Wat
Welk(e)
Wat (voor een)
Let op: waar, waarom, hoe etc. dus
niet
! Dat zijn bijwoorden.
Slide 11 - Slide
Tijdens de gymles sprong Jan over de kast, op de trampoline en in het springkussen!
Welke voorzetsels worden in deze zin gebruikt?
Slide 12 - Open question
Voorzetsels
Op, achter, voor, over, onder, in, met, om, naar ....... etc.
de kast
Tijd:
gedurende, tijdens, sinds etc.
Oorzaak/reden:
dankzij, vanwege, wegens, zonder etc.
Slide 13 - Slide
Bijwoorden
Slide 14 - Mind map
Bijwoord =
Prullenbak-woorden!
Gisteren, straks, hier, momenteel, nergens, daarom, absoluut, zeker, misschien, niet, nooit, etc.
Slide 15 - Slide
Hulpwerkwoord vs.
zelfstandig werkwoord
(vs. koppelwerkwoord)
Slide 16 - Slide
Het belangrijkste werkwoord in de zin is:
Óf een zelfstandig werkwoord
Óf een koppelwerkwoord (ZWoBBeLS)
Slide 17 - Slide
Hij zou haar gisteren best eens gezoend kunnen hebben.
Welke werkwoorden staan er in de zin?
Welk werkwoord geeft de actie aan?
Slide 18 - Slide
Hij
zou
haar gisteren best eens
gezoend
kunnen hebben
.
Welke werkwoorden staan er in de zin?
Welk werkwoord geeft de actie aan?
Slide 19 - Slide
Het belangrijkste werkwoord in de zin. Geeft aan wat het onderwerp
doet
.
Kan alleen in de zin staan.
Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in de zin.
Om acht uur zou ik naar GTST
gekeken
kunnen hebben.
Ondersteunt of helpt het belangrijkste werkwoord.
Staat nooit alleen in de zin.
Er kunnen heel veel hulpwerkwoorden in de zin staan.
Om acht uur
zou
ik naar GTST
gekeken
kunnen hebben
.
ZELFSTANDIG WERKWOORD
HULPWERKWOORD
Slide 20 - Slide
HWW & ZWW?
Volgende week zouden we de Rotterdamse haven kunnen gaan bezoeken.
Slide 21 - Slide
Volgende week
zouden
we de Rotterdamse
HWW
haven
kunnen gaan
bezoeken
.
HWW HWW ZWW
Slide 22 - Slide
Aan de slag!
Nakijken opdrachten 1 t/m 4 blz. 29 t/m 30.
Klaar?
Theorie:
bestudeer blz. 30 'Zelfstandig werkwoord & hulpwerkwoord'.
Maken:
opdracht 5 en 6 blz. 30 & 31.
Klaar?
Kijk de opdrachten gelijk na!
Maak de Test Jezelf van hf. 1 (opdr. 12 & 13)
Slide 23 - Slide
Huiswerk & TaalVout
Grammatica Woordsoorten hf. 1:
Theorie:
bestudeer blz. 30 'Zelfstandig werkwoord & hulpwerkwoord'.
Maken:
opdracht 5 en 6 blz. 30 & 31.
----------------------------------------
Morgen: herhaling voor toets. Vragen? Morgen kun je ze nog stellen!
Slide 24 - Slide
More lessons like this
12-1 H2D Herhaling woordsoorten + zelfstandig ww & hww
January 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
(1) Grammatica: zww en hww
March 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV1 H3 Grammatica Woordsoorten: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
April 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten hf 1-5
June 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.6 hww, zww, kww
November 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten H3: werkwoord les 3
March 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2.7 Zelfstandig ww en hulpww
December 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
A1c woordsoorten les 1 zww/hww/kww
December 2020
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1