This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen?
1. Activeren voorkennis
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven waarom de Eerste Wereldoorlog de situatie in Rusland rijp maakte voor een revolutie.
2. Je kunt overeenkomsten en verschillen benoemen tussen Lenin en Stalin (beleid).
3. Je kunt aan de hand van enkele voorbeelden uitleggen dat de Sovjet-Unie een totalitaire staat is.
Slide 3 - Slide
9.2
Slide 4 - Slide
Theorie
Al eeuwenland regeerden machtige tsaren over het enorme Rusland. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was de macht in handen van tsaar Nicolaas II.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog nam de kritiek op de tsaar en zijn regering snel toe, want Rusland leed voortdurend militaire nederlagen. Bovendien was er een voedseltekort.
Slide 5 - Slide
Theorie
In februari 1917 leidde militaire nederlagen en voedseltekort tot demonstraties. Deze Februarirevolutie leidde tot het aftreden van de Tsaar en het instellen van een Voorlopige Regering.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Theorie
De Voorlopige Regering deed niks aan de oorlog. Dus de Voorlopige Regering wordt met de Oktoberrevolutie afgezet. Lenin en de communisten (Bolsjewieken) grijpen de macht. Rusland wordt de Sovjet-Unie.
Slide 8 - Slide
Theorie
De communisten kwamen in 1917 aan de macht. Ondanks dat dit een verschil was met de tsaar, waren veel burgers het oneens met de communisten. Dit kwam omdat de communisten zorgden voor een totalitaire samenleving.
Een totalitaire samenleving is een samenleving waarin de overheid alle macht in handen heeft en grote invloed heeft op het leven van de burgers. Het individu is onbelangrijk!
Slide 9 - Slide
Theorie
Om mensen te vinden die het niet eens waren met de totalitaire samenleving werd de geheime politie ingeschakeld. Miljoenen mensen zijn door deze geheime agenten opgepakt, gemarteld of doodgeschoten. Ook verdwenen ze in strafkampen (lees: concentratiekampen).
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Theorie
Stalin maakte gebruik van terreur: hij liet miljoenen mensen oppakken en martelen. Wanneer men had bekend tegen het communisme te zijn, werden ze doodgeschoten of opgesloten in een strafkamp. Iedereen leefde daar in angst. Ook omdat iedereen van de geheime politie kon zijn. Ook iemand uit je eigen familie, buurman, collega of vriend..
Slide 12 - Slide
Theorie
Terreur is het gebruiken (of dreigen) van geweld toestaan tegen willekeurige personen door of namens de overheid.
Indoctrinatie is het systematisch opdringen van politieke en religieuze ideeën.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Theorie
Mensen uit de SU hielden wijs hun mond. Toch vonden ze het maar vreemd dat er zo veel mensen verdwenen. Omdat Stalin wou dat er geen rellen uitbraken liet hij showprocessen organiseren. Openbare rechtszaken waarin mensen zichzelf moesten beschuldigen van allerlei misdaden.
Showproces: Rechtszaak waarvan de uitkomst vooraf al vaststaat.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Theorie
Onder Stalin werd in de SU gedaan aan collectivisatie en planeconomie. Lees dit zelf aandachtig door op pagina 171!
Collectivisatie: Samenvoegen van kleine zelfstandige bedrijven tot ,een groot, gemeenschappelijk bedrijf.
Planeconomie: Systeem waarin de overheid besluit wat en hoeveel er geproduceerd wordt.