What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VMBO 2 par 5.3 Belasting of shoppen?
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Check ✅
Wat is de inkoopprijs?
Hoe noem je het verschil tussen de verkoopprijs en inkoopprijs?
Wat is afzet?
Wat is de formule voor het berekenen van de omzet?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Paragraaf 5.3
Belasting op shoppen
Slide 5 - Slide
Lesdoelen
Leerdoelen
Wat is een indirecte en directe belasting
Wat is BTW
Wat is exclusief BTW en wat is inclusief BTW
Hoe bereken je de prijs met en zonder BTW
Slide 6 - Slide
Leerdoel 1
Wat is een indirecte en directe belasting
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Directe en indirecte belasting
Slide 9 - Slide
Indirecte belasting
Belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt
Belasting betaal je aan de overheid
Voorbeelden:
- Btw
- Accijns
Tabak
Benzine
Alcohol
Slide 10 - Slide
Leerdoel 2
Wat is BTW
Slide 11 - Slide
B
elasting
T
oegevoegde
W
aarde
BTW
Een belasting die overheid toevoegt aan alle producten en diensten in Nederland
Slide 12 - Slide
Hoog tarief
21%
bijna alle producten
Laag tarief
9%
eten en drinken, OV, kapper
Belasting Toegevoegde Waarde
BTW en Omzetbelasting = hetzelfde
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Leerdoel 3
Wat is exclusief en inclusief BTW
Slide 16 - Slide
Verkoop- en Consumenten prijs
De
verkoopprijs
is de prijs die
de winkelier
rekent (
zonder BTW
)
De
consumentenprijs
is de prijs die
de klant
(jij dus) aan diezelfde winkelier betaalt (
met BTW
).
Consumentenprijs = Verkoopprijs + BTW
Slide 17 - Slide
Exclusief of Inclusief BTW
De
verkoopprijs
is
zonder BTW
. Dat heet
EXCLUSIEF BTW
De
consumentenprijs
is
met BTW
. Dat heet
INCLUSIEF BTW
Slide 18 - Slide
BTW berekenen:
€ 125 : 100 x 21% = € 26,25
of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
Consumentenprijs berekenen
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Exclusief of Inclusief BTW
Verkoopprijs
100%
Btw
9%
Consumentenprijs
109%
100%
21%
121%
Verkoopprijs is
altijd 100%
=
exclusief BTW
Consumentenprijs is
109%
of
121%
=
inclusief BTW
Slide 19 - Slide
Consumentenprijs en BTW
Slide 20 - Slide
Leerdoel 4
De prijs berekenen met en zonder BTW
Slide 21 - Slide
Voorbeeld BTW en Consumentenprijs
De
verkoopprijs
van een Samsung TV is € 1.228,93
Vraag:
1. Hoeveel procent is de BTW ?
2. Wat is de Consumentenprijs ?
3. Hoe hoog is de BTW in Euro's?
Slide 22 - Slide
Consumentenprijs
Verkoopprijs
= 100% € 1.228,93
BTW = 21% € 258,07 +
-------------------------
Consumentenprijs = 121% € 1.487,00
Berekening:
€ 1.228,93 : 100 x 121 = € 1.487,-
€ 1.228,93 : 100 x 21 = € 258,07
TV is 21%
Slide 23 - Slide
Check ✅
Indirecte belasting
BTW
Inclusief en Exclusief in % en €
Verkoopprijs en Consumentenprijs in % en €
Slide 24 - Slide
Aan de slag 5.3
Maak de opdrachten op blz.138
37 t/m 52
Vragen?
Steek je hand op, ik kom eraan
Slide 25 - Slide
extra voorbeeld
samen oefenen
Slide 26 - Slide
BTW berekenen:
€ 125 : 100 x 21% = € 26,25
of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
Consumentenprijs berekenen
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Rekenen met BTW
Verkoopprijs
100%
Btw
9%
Consumentenprijs
109%
100%
21%
121%
Je koopt een shirt met een verkoopprijs van € 45.
Hoeveel is dan het btw tarief
Bereken de btw
Bereken de consumentenprijs
Slide 27 - Slide
BTW berekenen:
€ 125 : 100 x 21% = € 26,25
of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
Consumentenprijs berekenen
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Rekenen met BTW
Verkoopprijs
€ 45,-
Btw
Consumentenprijs
100%
21%
121%
Shirt is 21% BTW
Verkoopprijs van € 45 = 100%
45 : 100 x 21 = € 9,45 btw
45 : 100 x 121 = € 54,45 consumentenprijs
Slide 28 - Slide
Oefenen
Lees de theorie van de les nog eens goed door en maak daarna de vragen van deze lesson up.
Succes!
Slide 29 - Slide
Indirecte belasting is BTW?
A
juist
B
onjuist
Slide 30 - Quiz
Indirecte belastingen heten zo omdat je ze:
A
Betaalt via overmaking aan de belastingdienst
B
Niet meteen hoeft te betalen
C
Rechtstreeks aan de overheid betaalt
D
Via een winkelier/bedrijf aan de overheid betaalt
Slide 31 - Quiz
Wat is een indirecte belasting?
A
loonbelasting
B
b.t.w.
C
inkomstenbelasting
D
hondenbelasting
Slide 32 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van een indirecte belasting
A
Over een glas alcohol betaal je accijns
B
Over een product in de winkel betaal je btw
C
Over je inkomen betaal je inkomstenbelasting
D
Op een camping betaal je toeristenbelasting
Slide 33 - Quiz
Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
C
Een belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt
Slide 34 - Quiz
is de Consumentenprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
Slide 35 - Quiz
Een boek kost exclusief BTW €18,-. De btw is 21%. Wat is de prijs inclusief btw?
A
€ 21,78
B
€ 14,22
C
€ 3,78
D
€ 85,71
Slide 36 - Quiz
9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
Slide 37 - Quiz
is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
Slide 38 - Quiz
Is consumentenprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
Slide 39 - Quiz
9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
Slide 40 - Quiz
Is de verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
Slide 41 - Quiz
Bereken de BTW van €91 de BTW is 21%
A
€21
B
€17,36
C
€15,79
D
€18,35
Slide 42 - Quiz
Een broodje kost inclusief BTW €2,50. De btw is 9%. Wat is de prijs exlusief btw?
A
€ 2,72
B
€ 2,06
C
€ 2,36
D
€ 2,29
Slide 43 - Quiz
9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
Slide 44 - Quiz
Soms staat er bij een prijs "exclusief BTW".
Zit er nu wel BTW of geen BTW in die prijs?
A
wel BTW
B
geen BTW
Slide 45 - Quiz
Hoeveel % BTW rekent mevrouw Mariska over de croissantjes
A
Niks
B
9%
C
21%
D
100%
Slide 46 - Quiz
Voor wie de BTW
A
De winkelier
B
De klant
C
De Koning
D
De belastingdienst
Slide 47 - Quiz
Hoeveel procent is een croissant inclusief BTW
A
121
B
109
C
100
Slide 48 - Quiz
Hoeveel procent is de verkoopprijs van de duurste Mercedes
A
1000%
B
121%
C
100%
D
109%
Slide 49 - Quiz
Consumentenprijs
Ander woord voor BTW
verkoopprijs
BTW percentages
is 109% of 121%
laag = 9%
hoog = 21%
is altijd 100%
omzetbelasting
Slide 50 - Drag question
More lessons like this
De prijs
January 2019
- Lesson with
19 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
BTW
January 2019
- Lesson with
28 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Leerjaar 3 Hst 5 les 3
March 2020
- Lesson with
17 slides
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.3 Wat betaalt de consument?
August 2018
- Lesson with
35 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
VMBO 2 par 5.3 belasting (btw)
February 2024
- Lesson with
46 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
VMBO 2 par 5.3 belasting (btw)
May 2023
- Lesson with
43 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2