Uitleg leerdoel 1











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Slide

Toets

Slide 2 - Slide

Toets bespreken
  • Welk cijfer geef jij jezelf voor de toets?
  • Hoe was je voorbereiding op de toets?
  • Welk cijfer heb jij op de toets gekregen?
  • Aanpak komend hoofdstuk.

Slide 3 - Slide

Bereken
u=2q28q

Slide 4 - Slide

Ik weet wat de balansmethode inhoudt.
Succescriteria
Ik weet wat een vergelijking is.
Ik kan een vergelijking oplossen.
Ik kan haakjes wegwerken.







Slide 5 - Slide

Formule of vergelijking
Formule  (berekenen)
Een formule heeft 2 of meer verschillende variabelen. 
Bijvoorbeeld: y = 3 x + 4

Vergelijking   (oplossen)                                                                Een vergelijking heeft 1 variabele. 
Bijvoorbeeld: 3 x + 4 = 10                                                





Slide 6 - Slide

Bereken
71 = 6q + 32   

Slide 7 - Slide

Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (vorig schooljaar)





Balansmethode (nu)                                                                                                                 





Lees de theorie door op blz. 85.
Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q + 32                    
71 = ..... + 32                
6q = 39                      


Slide 8 - Slide

Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (vorig schooljaar)





Balansmethode (nu)                                                                                                                 





Lees de theorie door op blz. 85.
Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q + 32                6 • q = 39      
71 = ..... + 32                6 • ... = 39  
6q = 39                      q = 6,5


Slide 9 - Slide

voorbeeld
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
    
   

Slide 10 - Slide

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32            

   

Slide 11 - Slide

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 

   

Slide 12 - Slide

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
     
   

Slide 13 - Slide

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =              
   

Slide 14 - Slide

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =                 Dus q = 6,5  
   

Slide 15 - Slide

Vergelijkingen oplossen
Stap 1 Noteer de vergelijking.
Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =-teken.
Stap 3 Los op met de balansmethode.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
Voorkennis (blz. 82)
Opgave 1 t/m 4 (van paragraaf 9.1)

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Noteer eerst voor jezelf de aantekeningen.

Maak 
 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.




Ondersteunend: 1, 2,,3, O4, 5, O6, 7
Doorlopend: 1 t/m 7
Uitdagend: 1, 3, 4, 6, 7, U1, U2
Bij alle opgaven mag je zelf bepalen welke methode je toepast.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Noteer eerst voor jezelf de aantekeningen.

Maak




Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.




Ondersteunend: 1, 2,,3, O4, 5, O6, 7
Doorlopend: 1 t/m 7
Uitdagend: 1, 3, 4, 6, 7, U1, U2
Bij alle opgaven mag je zelf bepalen welke methode je toepast.

Slide 19 - Slide

Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met 
de lessen in LessonUp!

Slide 20 - Slide