4.5 verhoudingen + terugblik afronden



- Welkom
- Terugblik
- Leerdoelen
- Uitleg
- Huiswerk maken
- Leerdoelen behaald?
Welkom bij wiskunde
in je tas.
Laptop 
Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
1 / 46
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



- Welkom
- Terugblik
- Leerdoelen
- Uitleg
- Huiswerk maken
- Leerdoelen behaald?
Welkom bij wiskunde
in je tas.
Laptop 
Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je weet wat een verhouding is 

Je kunt een prijs berekenen voor 
ieder aantal wat je wilt

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote Getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Verhoudingstabellen
4.6 Prijs berekenen

Slide 2 - Slide

Terugblik
Wat weet je nog?

Slide 3 - Slide

1,25 duizend
hoe schrijf je dat?
A
12 500
B
1 250
C
125
D
125 000

Slide 4 - Quiz

3,8 miljoen =
A
38 000
B
380 000
C
3 800 000
D
38 000 000

Slide 5 - Quiz

0,9 miljard
A
9.000.000.000
B
900.000
C
900.000.000
D
900.000.000.000.000

Slide 6 - Quiz

12,5 miljoen is..
A
12 500
B
125 000
C
1 250 000
D
12 500 000

Slide 7 - Quiz

32,4 duizend =
A
32 400
B
324 000
C
32 400 000
D
320 400

Slide 8 - Quiz

1,98 miljard is..
A
198 000 000
B
1 980 000 000
C
19 800 000 000
D
198 000 000 000

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Nakijken 

Slide 16 - Slide

Bladzijde 188- 4.3 Afronden
Wat weten jullie al over afronden?

Slide 17 - Open question

Hoe moet ik afronden?

Slide 18 - Slide

Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger?
            Dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger.
                      Dat noemen we afronden naar boven.
  • Is die decimaal kleiner dan 5?
            Dan verandert het cijfer ervoor niet.
                      Dat noemen we afronden naar beneden.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Afronden op een geheel getal
235,6789

Slide 21 - Slide

Afronden op één decimaal
235,6389

Slide 22 - Slide

Afronden op twee decimalen
235,6381

Slide 23 - Slide

Afronden op drie decimalen
235,6385

Slide 24 - Slide

11,275
Rond af op helen
A
11,2
B
12
C
11
D
11,3

Slide 25 - Quiz

Rond af op een decimaal:
0,8456
A
0,9
B
0,85
C
0,8
D
0,84

Slide 26 - Quiz

Rond af op een duizendtal

68 543
A
70 000
B
69 000
C
68 000
D
9 000

Slide 27 - Quiz

Rond af op een miljoen

57 654 321
A
57 000 000
B
58 000 000
C
57 600 000
D
57 700 000

Slide 28 - Quiz

bladzijde 198

Slide 29 - Slide

Huiswerk gelukt?

Slide 30 - Slide

Huiswerk gelukt?

Slide 31 - Slide

Nieuw: bladzijde 201

Je kunt uitleggen of iets een verhoudingstabel is:

Slide 32 - Slide

bladzijde 202
timer
3:00

Slide 33 - Slide

83,9071283
1. rond af op 2 decimalen /
2. rond af of helen
A
84,00/ 83
B
84,00 / 84
C
83,91 /83
D
83,91 / 84

Slide 34 - Quiz

Aan de slag


Maken van H4:
v.a. blz 203
 86,87,88,98
Makkelijk? maak 91 en L11 en L12






















timer
5:00

Slide 35 - Slide

Nakijken

Slide 36 - Slide

Nieuw: bladzijde 206

Je kunt prijzen berekenen

Slide 37 - Slide

bladzijde 207
timer
3:00

Slide 38 - Slide

Aan de slag


Maken van H4:
v.a. blz 206
 Opgave 93 tot en met 100
Makkelijk? maak gemengde opgave 107 en 108






















timer
5:00

Slide 39 - Slide

Aan de slag


Maken van H4:
v.a. blz 189:
 Opgave 50 tot en met 55
Makkelijk? Probeer 45 en 46!






















timer
4:00

Slide 40 - Slide

Leerdoelen behaald?

Je weet wat een verhouding is 

Je kunt een prijs berekenen voor 
ieder aantal wat je wilt



H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote Getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Verhoudingstabellen
4.6 Prijs berekenen
Uitcheck briefje

Slide 41 - Slide

Leerdoelen behaald?
Je kunt grote getallen met
alleen cijfers schrijven.

Je kunt grote getallen in cijfers
en woorden schrijven.

Je kunt getallen afronden op een (ge)heel getal of decimalen

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote Getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 42 - Slide

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 10,72864 af op twee decimalen
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 8, dus afronden naar boven.
Het tweede decimaal wordt dan 1 hoger
Uitwerking
10,72864 is afgerond op twee decimalen 10,73

Slide 43 - Slide

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 5,356 af op een geheel getal.
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 3, dus afronden naar beneden.
Het getal voor de komma verandert niet.
Uitwerking
5,356 is afgerond op een geheel getal 5.

Slide 44 - Slide

Aan de slag met de testopgave
> Doe dit met degene naast je.
> Leg uit welke stappen je neemt.
> Schrijf beide het antwoord in je schrift.

> Klaar: ga aan de slag met de opdrachten

Slide 45 - Slide

Afronden op ronde getallen
Voor het afronden op ronde getallen kijk je naar het ronde getal dat er het dichtst bij ligt. Ligt het precies in het midden, dan rond je af naar boven.

Slide 46 - Slide