1. Het voortplantingsstelsel van een man

VHet voortplantingsstelsel van een man.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VHet voortplantingsstelsel van een man.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we de komende weken doen?
nieuw thema: voortplanting en ontwikkeling
  • de voortplantingsorganen
  • aanmaak van zaadcellen en eicellen
  • hormonen en menstruatiecyclus
  • zwangerschap/geboorte/ontwikkeling
  • seksualiteit
  • geslachtsziekten
 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
nieuw hoofdstuk: voortplanting en ontwikkeling
nieuwe theorie: 2.1 voortplantingsstelsel man
tussendoor samen opdrachten maken
afsluiten les
Wat moet je na deze les kunnen?

  •  Je kunt de verschillende onderdelen van het mannelijk voortplantingsstelsel herkennen en benoemen
  • Je kunt de functie van de verschillende onderdelen beschrijven 
  • Je kunt uitleggen wat sperma is
  • Je kunt beschrijven hoe een zaadcel eruit ziet.
  • Je kunt vertellen vanaf welke leeftijd een man vruchtbaar is en tot welke leeftijd.
  • Je kunt uitleggen wat geslachtsgemeenschap is
  • Je kunt uitleggen wat een zaadlozing is en wanneer die kan optreden

Slide 4 - Slide

Samenvatting/blauwe woorden

  • inwendige geslachtsdelen
  • uitwendige geslachtsdelen

Slide 5 - Slide

  • 1. Zaadleider
  • 2. Zaadblaasje
  • 3. Prostaat
  • 4. Urinebuis
  • 5. Zwellichaam
  • 6. Bijbal
  • 7. Teelbal
  • 8. Balzak
  • 9. Voorhuid
  • 10. Eikel
  • 11. Urineblaas

Slide 6 - Slide

Een zaadcel….
  • wordt gemaakt in de teelbal
  • wordt opgeslagen in de bijbal
  • wordt vervoerd door de zaadleider
  • krijgt voeding en vocht van de zaadblaasje
  • krijgt nog extra vocht van de prostaat
  • kan in de vagina/baarmoeder van een vrouw 3-5 dagen blijven leven

Slide 7 - Slide

Met welk nummer wordt de prostaat aangegeven?
A
11
B
3
C
2
D
6

Slide 8 - Quiz

Wat is nummer 1 ?
A
Urineleider
B
Urinebuis
C
Zaadleider
D
Zaadbuis

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van nummer 2 ?
A
Voegt vocht en voeding toe aan de zaadcellen
B
Voegt vocht toe aan de zaadcellen
C
Slaat de zaadcellen tijdelijk op
D
Maakt de zaadcellen aan

Slide 10 - Quiz

Wat is nummer 10?
A
voorhuid
B
zwellichaam
C
kastanje
D
eikel

Slide 11 - Quiz

Met welk nummer is de bijbal aangegeven?
A
2
B
3
C
6
D
7

Slide 12 - Quiz

Hoe heet nummer 8?
A
Voorhuid
B
Balzak
C
Scrotum
D
Zwellichaam

Slide 13 - Quiz

Wat is nummer 11 ?
A
Baarmoeder
B
Prostaat
C
Maag
D
Urineblaas

Slide 14 - Quiz

Wat is nummer 7?
A
Bijbal
B
Prostaat
C
Teelbal
D
Zaadblaasje

Slide 15 - Quiz

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer
teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal

Slide 16 - Drag question

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider

Slide 17 - Drag question

Hierboven zie je een aantal zaadcellen 
- Zaadcellen zijn erg klein (20 achter elkaar in 1mm)
- Zaadcellen hebben een kop en een zweepstaart
- Zaadcellen hebben geen voedingsstoffen bij zich
- Zaadcellen met vocht/voeding uit zaadblaasjes en prostaatvocht samen noem je sperma

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Zwellichamen

Slide 20 - Slide

Geslachtsgemeenschap: 
  • een man brengt zijn penis in de vagina van een vrouw

Zaadlozing:
  • Het lekkere gevoel hierbij noemen we orgasme of klaarkomen

3 manier waarop een man kan klaarkomen
  • door geslachtsgemeenschap
  • door zelfbevrediging/masturbatie
  • spontaan (natte droom)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Een andere naam voor zelfbevrediging is:
A
masturbatie
B
ejaculatie
C
een stijve
D
opzwellen

Slide 24 - Quiz

Op welke manier kan een man een zaadlozing krijgen?
A
door geslachtsgemeenschap
B
door zelfbevrediging (masturbatie)
C
door een 'natte droom' (een zaadlozing die vanzelf komt)
D
Alle 3 (A, B en C)

Slide 25 - Quiz

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 26 - Quiz

Hoe groot is de penis van Nederlandse volwassen mannen gemiddeld als hij stijf is?
A
zo groot als een augurk (6 tot 10 cm.)
B
zo groot als een snack komkommer (10 tot 16 cm.)
C
zo groot als een courgette (15 tot 20 cm.)
D
zo groot als een komkommer (20 tot 25 cm.)

Slide 27 - Quiz


Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 28 - Quiz

Huiswerk:

Opdrachten van § 2.1

Doorlezen/samenvatten/blauwe woorden § 2.2

Slide 29 - Slide