This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties
Par. 2.5 Revolutie in Amerika
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Bespreken en nakijken 2.4
Vragen webquest
Uitleg par. 2.5
Quizje
Huiswerk par. 2.5
Opgeven SO en PW na de kerstvakantie
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie verklaren hoe de Boston Tea Party leidt tot de Amerikaanse revolutie. Daarnaast kunnen jullie benoemen welke invloed de verlichting heeft gehad op het uitbreken van de Amerikaanse revolutie.
Slide 4 - Slide
Groot-Brittannië en Amerika
Het oosten van Noord-Amerika wordt een kolonie van Groot-Britannië
Veel immigranten in de Britse kolonie.
Veel Amerikanen voelen geen verbondenheid met het Britse rijk.
Slide 5 - Slide
Amerikanen steeds bozer
De Amerikanen werden steeds bozer omdat:
Ze mochten alleen maar spullen kopen uit GB
Ze moesten belasting betalen
Ze mochten niet stemmen
Slide 6 - Slide
'Geen belasting zonder vertegenwoordiging'
Slide 7 - Slide
Boston Tea Party (1773)..
Britten drinken veel thee (300 liter p.p. per jaar)
Amerikanen drinken ook veel thee....
Britten gaan belasting op thee heffen.
--> gevolg: Amerikanen worden boos en gooien kratten thee van de Britse schepen.
Slide 8 - Slide
4 juli 1776:
Onafhankelijkheidsverklaring (geschreven door Thomas Jefferson)
Begin van de onafhankelijkheidsoorlog.
1783: onafhankelijkheidsoorlog afgelopen. De onafhankelijkheid wordt uitgeroepen.
Slide 9 - Slide
George Washington
Leider van de opstand.
Slide 10 - Slide
George III (koning van G-B)
Slide 11 - Slide
Amerika wint!
Na een strijd van 5 jaar wint Amerika. Ze worden onafhankelijk.
Ze schrijven dan de Bill of Rights: grondrechten
Slide 12 - Slide
1783: onafhankelijkheidsverklaring
De founding fathers (de eerste leiders) maakten van de Verenigde Staten een federatie
Begrip: Een verbond van staten
Slide 13 - Slide
1789: de eerste grondwet ter wereld geschreven
Slide 14 - Slide
Verkiezingen en Bill of rights
President en congres door de bevolking gekozen
Bill of rights--. staan de grondrechten van de Amerikaanse burgers --> vrijheid van godsdienst, het recht op een eerlijk proces, verbod op wrede straffen
Slide 15 - Slide
Democratische revolutie
De Amerikaanse Revolutie was de eerste democratische revolutie
Begrip: Revolutie waarbij een democratische grondwet wordt ingevoerd
Meer rechten voor de bevolking
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Wanneer begon de Franse Revolutie?
A
1776
B
1783
C
1789
D
1793
Slide 18 - Quiz
De Franse Revolutie speelde zich alleen in Parijs af.
A
Goed
B
Fout.
Slide 19 - Quiz
Wanneer eindigde Napoleon met een staatsgreep de Franse Revolutie?
A
1796
B
1799
C
1800
D
1805
Slide 20 - Quiz
wat waren de 3 ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven, broerschap
B
vrij hebben, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, gelijkheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid, broer
Slide 21 - Quiz
Waarmee begon de Franse Revolutie?
A
Belastingverhoging van de koning
B
Bestorming Bastille
C
onthoofding van de koning
D
vlucht van koning Lodewijk XIV
Slide 22 - Quiz
Welk ideaal van de Franse revolutie zorgde vooral voor tegenstand?
A
Wie niet luistert moet onder de guillotine
B
iedereen is gelijk
C
Je moet je naaste lief hebben
D
een dictatuur is het best
Slide 23 - Quiz
wat was het doel van de Franse revolutie?
A
meer macht voor het volk
B
meer macht voor de koning
C
meer macht voor de adel
D
meer macht voor de geestelijkheid
Slide 24 - Quiz
Wat waren abolitionisten?
A
slaven
B
mensen die de slavernij wilden afschaffen
C
slavenhouders
D
mensen die de slavernij wilden handhaven
Slide 25 - Quiz
Wanneer werd de slavernij in Nederland afgeschaft?
A
1963
B
1583
C
1863
D
1977
Slide 26 - Quiz
22. Aan welke revolutie maakte Napoleon een einde?
A
Bataafse Revolutie
B
Amerikaanse revolutie
C
Franse Revolutie
D
agrarische revolutie
Slide 27 - Quiz
Welk begrip of persoon hoort niet bij de Bataafse Revolutie?
A
Patriot
B
Orangist
C
Lodewijk Napoleon
D
Willem III
Slide 28 - Quiz
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 29 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen