Kwadraten en Wortels

Kwadraten & Worteltrekken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kwadraten & Worteltrekken

Slide 1 - Slide

In deze les leer je

  • Wat zijn kwadraten.
  • Wat is worteltrekken.
  • Hoe schrijf je dit op.

Slide 2 - Slide

Kwadraten
Bij kwadraten vermenigvuldig je een getal met zichzelf!

Bijvoorbeeld:
6 x 6 = 36
of
3 x 3 = 9

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf je het
Voor kwadraten gebruik je een kleine 2
bijvoorbeeld:

  • 3² = 9      
  • 3 x 3 = 9

Slide 4 - Slide

Kwadraten uitrekenen
Op je rekenmachine gebruik je de knop



Slide 5 - Slide

Probeer zelf de volgende kwadraten uit te rekenen


  • 13²
  • 102²

Slide 6 - Slide

Antwoorden

  • 7²           = 49
  • 9²           = 81
  • 13²         = 169
  • 102²       = 10404

Slide 7 - Slide

Worteltrekken
Is het tegenovergestelde van kwadraten

bijvoorbeeld:
de wortel van 36 = 6
de wortel van 9 = 3

Slide 8 - Slide

Hoe schrijf je het
Voor het uitrekenen van wortels gebruik je √

bijvoorbeeld:
  •  √36 = 6
  •  √9 = 3   

Slide 9 - Slide

Rekenmachine
Probeer zelf de volgende wortels uit te rekenen:

  •  √81
  •  √144
  •  √225
  •  √12321

Slide 10 - Slide

Antwoorden
  •  √81             = 9
  •  √144          = 12
  •  √225          = 15
  •  √12321      = 111

Slide 11 - Slide