Intro Nederlands BoZ 1e jaars

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Vak Nederlands op het mbo

Inhoudsopgave

• Voorstellen
  
• Regels
  
• Taalblokken
• Google Chrome
• Wat te verwachten tijdens de lessen
• Planning
• Uitleg lesstof en opdrachten

Wie ben ik?

• Mevrouw C. Lekx
  
• [e-mail]
  of [e-mail]
• CL76

Regels

• Stel vragen als je het niet snapt
  
• Luister naar elkaar
  
• Behandel een ander zoals jezelf behandeld wilt worden
  
• Geen jassen aan in de klas
  
• Niet eten en drinken in de klas (behalve water)
  
• Telefoons-> geluid uit

Taalblokken

Wat heb je nodig?

• licentie Taalblokken Malmberg
• Boeken Taalblokken?
• laptop/PC
• Google Chrome
• oortjes

Webbrowser

• Installeer Google Chrome
• Zorg ervoor dat je altijd oortjes bij je hebt (i-Phone)

Start Taalblokken

1. Google Chrome
2. Inloggen studentenportaal Curio
3. MBO Webshop
4. Taalblokken 2-jarige licentie 
5. Klas koppelen

Wat te verwachten tijdens de lessen

• Lezen
  
• Luisteren
  
• Schrijven
  
• Spreken
  
• Gesprekken
  

Planning Nederlands

Planning komt op It's Learning

Taalblokken

• 0-meting Taalblokken Bouwstenen
• Bouwsteen 1 -> lezen en luisteren -> Maken opgaven :              1 t/m 12, 16 t/m 21, 22 t/m 25, 60 t/m 62, 63

Uitleg Tekstsoorten BS1

Taalblokken Bouwsteen 1

Tekstsoorten

Tekstsoorten

• Informatief
• Instructief
• Betogend
• Verhalend

Manieren van lezen en luisteren

Manieren van lezen/luisteren

• Verkennend
• Globaal
• Gericht
• Intensief

Je leert de aantekeningen voor de aankomende toets

1. Verkennend
2. Globaal
3. Intensief
4. Gericht

Je wil weten of je je medicijnen op een nuchtere maag moet innemen en je leest de bijsluiter

1. Verkennend
2. Globaal
3. Gericht
4. Intensief

Er ligt een krant op tafel en je moet even wachten. Je bent benieuwd of er iets in staat en je wilt de tijd doden.

1. Verkennend
2. Globaal
3. Gericht
4. Intensief

Je hebt nieuwe medicijnen en je leest de bijsluiter.

1. Verkennend
2. Globaal
3. Gericht
4. Intensief

Soorten vragen

• Open vragen
• Gesloten vragen
• Controle vragen
• Suggestieve vragen

De betekenis van onbekende woorden vinden

• Doorlezen of -luisteren
• Gebruik maken van de context.                                                                       Bijvoorbeeld: “in die patisserie kochten we heerlijke chocoladetaartjes en roomsoesjes.’Je kunt hier wel raden dat een patisserie een banketbakkerij is.
• Woorddelen herkennen Bijvoorbeeld: het woord "circuleren" bevat het woord cirkel. Een cirkel is rond, dus "circuleren" zal rondgaan betekenen.