65. Thema 8, week 3, les 11A, gedrag en gevoelens


1 / 31
next
Slide 1: Open question
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson


Slide 1 - Open question

lesdoel
Ik leer 12 woorden die met school te maken hebben.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

afraffelen
heel snel en slordig werk afmaken
Ik raffel af
Ik raffelde af
Ik heb mijn werk afgeraffeld
Als jij begrijpend lezen afraffelt, heb je grote kans dat jij een onvoldoende krijgt.
Je moet nooit jouw werk afraffelen.

Slide 4 - Slide

Heb jij je wel eens schuldig gemaakt aan werk afraffelen?
Ja
Nee
Weet ik niet

Slide 5 - Poll

Wat heb je wel eens afgeraffeld?

Slide 6 - Open question

de anekdote
een kort, grappig, waargebeurd verhaal
Vinden jullie dit een leuke anekdote?

Slide 7 - Slide

articuleren
alle klanken duidelijk uitspreken
Ik articuleer
Ik articuleerde
Ik heb gearticuleerd
Wat gebeurt er als je niet goed ariculeert?
Dan kunnen mensen jou niet verstaan?

Slide 8 - Slide

de formulering
de manier waarop iemand iets zegt of uitlegt
Snap jij wat ze bedoelen met deze formulering over "Creatief doen"

Slide 9 - Slide

de intonatie
De toon waarop iemand iets zegt.

Als je een verhaal voorleest is jouw intonatie heel belangrijk. Als je alles op dezelfde toon voorleest, wordt het verhaal saai.

Slide 10 - Slide

Non-verbaal
Zonder woorden.



Bij non-verbale communicatie gebruik je geen woorden maat gebaren of gezichtsuitdrukkingen.

Slide 11 - Slide

Verbaal
Met woorden.

Als je iemand erg uitscheld of beledigende teksten roept noem je dat soms verbaal geweld.

Slide 12 - Slide

puntsgewijs
elk onderwerp apart benoemen
Ik neem het programma voor het schoolkamp puntsgewijs door

Slide 13 - Slide

de redenering
De stappen die je neemt in je denken, hoe je bij je mening komt.

Welke redenering heb ik gebruikt om mijn standpunt m.b.t. het bescgermen van het klimaat uit te leggen?

Slide 14 - Slide

samenvatten
alle klanken duidelijk uitspreken
Ik vat samen
Ik vatte samen
Ik heb samengevat
Als ik een tekst moet samenvatten, dan moet ik hoofd- en bijzaken goed kunnen herkennen en scheiden.

Slide 15 - Slide

Waarom is het belangrijk om een tekst samen te kunnen vatten?

Slide 16 - Open question

de vaardigheid
Iets dat je goed kunt

Als jij je elk onderwerp apart benoemenm.b.t. begrijpend lezen wilt verbeteren, dan moet je veel lezen.

Slide 17 - Slide

Waar ben jij vaardig in?

Slide 18 - Open question

de voorkennis
Weet over een onderwerp.
Als jij al wat voorkennis overeen onderwerp hebt is dat erg handig. Dan leer je iets makkelijker.

Slide 19 - Slide


Slide 20 - Open question


Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question


Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question

taal
Thema 8-week 3- les 11A

Alle opgaven
20 x plussen

Slide 31 - Slide