4.1 Krachten

Dit hoofdstuk
- Dit hoofdstuk gaat over krachten

- We gaan dus ook weer berekenen

- Maak aantekeningen!

- Net zoals in de andere hoofdstukken moet je alle dikgedrukte woorden (begrippen) kunnen uitleggen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
nask1Middelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dit hoofdstuk
- Dit hoofdstuk gaat over krachten

- We gaan dus ook weer berekenen

- Maak aantekeningen!

- Net zoals in de andere hoofdstukken moet je alle dikgedrukte woorden (begrippen) kunnen uitleggen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 4.1
- Je kan verschillende soorten krachten benoemen en uitleggen wat voor krachten dit zijn

- Je kan krachten tekenen

- Je kan uitleggen hoe je een kracht kan meten

- Je kan uitleggen wat een nettokracht is

Slide 2 - Slide

Krachten
- Krachten kunnen de vorm van een voorwerp veranderen

- Krachten kunnen de snelheid van een voorwerp veranderen

- Krachten kunnen de richting van een bewegend voorwerp veranderen

Slide 3 - Slide

Verschillende krachten
De krachten op de volgende slide moet je kunnen herkennen in voorbeelden

Ook staat er achter elke kracht een zin met een korte uitleg, deze moet je kennen op de toets

Slide 4 - Slide

Verschillende krachten
Zwaartekracht: de aantrekkingskracht van de aarde
Spankracht: de kracht die ontstaat in kabels, touwen en kettingen als eraan getrokken wordt
Normaalkracht: kracht die ervoor zorgt dat je niet door een vloer of een stoel zakt
Wrijvingskracht: afremmende krachten tegen de bewegingsrichting in
Spierkracht: de kracht die met spieren word uitgeoefend
Veerkracht: kracht die in een veer ontstaat als er aan de veer wordt getrokken
Kleefkracht: kracht die ervoor zorgt dat voorwerpen aan elkaar vastplakken
Magnetische kracht: kracht die een magneet uitoefent op ijzeren en nikkelen voorwerpen
Windkracht: kracht die ontstaat doordat de wind ergens tegenaan blaast
Elektrische kracht: kracht die elektrisch geladen voorwerpen op elkaar uitoefenen

Slide 5 - Slide

Berekenen
Newton: eenheid van de kracht
- Fz = m x 10
- m = Fnetto : 10

Grootheid
Symbool
Eenheid
zwaartekracht
Fz
Newton (N)
massa
m
kilogram (kg)

Slide 6 - Slide

Tekenen
Aangrijpingspunt: plaats waar een kracht wordt uitgeoefend, start van de pijl waarmee je een kracht tekent

In het midden van het voorwerp teken je eerst een pijl naar beneden, dit is de pijl die de zwaartekracht aangeeft. Het aangrijpingspunt van de zwaartekracht heet het 
zwaartepunt

Maar, we zakken niet door de grond heen, dus er moet nog een kracht zijn!
De normaalkracht teken je omhoog en heeft een even lange pijl als die van de 
zwaartekracht

Slide 7 - Slide

Meten
Krachtmeter: meetinstrument op krachten te meten
Meetbereik: geeft aan tussen welke waarden een meetinstrument kan meten

Je Fz goed als je de krachtmeter:
- Verticaal houdt
- Niet beweegt
- Op ooghoogte afleest
- Wanneer mogelijk, ophangt aan een statief

Slide 8 - Slide

Samenwerken
Nettokracht: het resultaat van alle krachten die samen worden uitgeoefend op een voorwerp

Als we niet door de grond zakken is er dus een zwaartekracht en een normaalkracht, deze heffen elkaar dus op. Als we stilstaan is de nettokracht dus gelijk aan nul.

Als we naar voren bewegen gebruiken we spierkracht, er zal ook een vorm van wrijvingskracht zijn, maar omdat we bewegen is deze kleiner dan onze spierkracht, de nettokracht is nu dus niet gelijk aan nul

Slide 9 - Slide

Huiswerk
- Begrippenlijst paragraaf 4.1 (inleveren volgende les)

- opgave 1 t/m 20

Slide 10 - Slide