2.2 Writing: Express yourself, Find out, Grammar and Phrases

UNIT 2.2
Writing 


1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

UNIT 2.2
Writing 


Slide 1 - Slide

Doelen
  • Ik kan een kort berichtje schrijven.

Slide 2 - Slide

Today:
(pages 71 - 75)
  • Homework check: hPrases: exc. 21 and express Yourself: exc. 22
  • Find out 
  • Grammar
  • Phrases
  • Express yourself
________________________________

Online oefenen: Practise more

Slide 3 - Slide

Voor welke band of zanger(es) zou je graag concertkaarten willen hebben?

Slide 4 - Open question

Bedenk een leuke, niet te makkelijke quizvraag over jouw lievelingsband og zanger(es).

Slide 5 - Open question

Opdracht 13
drums
piano
guitar
trumpet
bass

Slide 6 - Drag question

Bespeel jij een muziekinstrument?
Schrijf op in het Engels.

Slide 7 - Open question

Days of the week

Slide 8 - Slide

Months of the year

Slide 9 - Slide

datum
zaterdag  25 februari   =  Saturday  the twenty-fifth of February 

maandag 7 mei        =    Monday  the seventh of May

donderdag 22 augustus  =   Thursday  the twenty-second of August 


Slide 10 - Slide

20 Lees de e-mail

Slide 11 - Slide

Bericht 1:
1. Aleyna heeft een nieuwe gitaar
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Bericht 1:
2. Aleyna vindt Maureen een vervelende fan.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Lees de e-mail

Slide 14 - Slide

Bericht 2:
3. Maureen heeft ook een nieuwe gitaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

20 Lees de e-mail

Slide 16 - Slide

Bericht 3:
4. Maureen mag met de band optreden.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Bericht 3:
5. Ze spreken af bij Aleyna thuis.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Lees de e-mail

Slide 19 - Slide

Bericht 4:
6. Het optreden is om twee uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Telling time


Aan het einde van de les kan ik klokkijken in het Engels en weet ik het verschil tussen AM en PM.

Slide 21 - Slide

Telling time
Hele uren geef je meestal aan met o'clock: It's seven o'clock.

Wanneer iemand het heeft over 's ochtends (dus voor 12:00), dan gebruik je am. 
dus: 07:00 = seven am

Wanneer iemand het heeft over 's middags of 's avonds (dus na 12:00), dan gebruik je pm. 
dus 19:00 = seven pm



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

What time is it?
Use am or pm.

Slide 24 - Open question

What time is it?
Use o'clock.

Slide 25 - Open question

Online oefenen
Somtoday --> leermiddelen --> Engels --> 1bk 

Digitale leeromgeving 1bk --> 2 Music --> Lesson 2: Writing
 --> Practise more and Pronunciation

Slide 26 - Slide

Homework
Pages 147, 149 and 151
Learn: 
- Grammar
 - Words 2.1 and 2.2
 - Phrases 2.2


Slide 27 - Slide

2.2 Writing: Express yourself, Find out, Grammar and Phrases

Slide 28 - Slide