bijvoeglijk naamwoord

Qu'est-ce que vous avez fait pendant les vacances?
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Qu'est-ce que vous avez fait pendant les vacances?

Slide 1 - Mind map

programme vwo 2
objectifs: 
  1. de bijzondere gevallen van het bijv. nw leren gebruiken
  2. .....


Slide 2 - Slide

activités:
  1. huiswerk bespreken
  2. herhaling: delend lidwoord
  3. bespreken:  bijvoeglijk naamwoord
  4. huiswerk maken+ leren : 
  5. quizlet apprendre ......

Slide 3 - Slide

révision
delend lidwoord

Slide 4 - Slide

Je n'ai pas mangé _____ pain avec ___ beurre, mais avec un peu _____ confiture.
A
du, du, de
B
du, de, de
C
du, du, de la
D
de, du, de

Slide 5 - Quiz

Nous___ faire des balades le long de la côte. (pouvoir)

Slide 6 - Open question

Je____ souvent du skateboard. (faire)

Slide 7 - Open question

bijvoeglijk naamwoord 

staat achter het zelfstandig naamwoord
behalve bij de volgende 14 bijv. nw:
jeune-joli-beau-
vieux- nouveau-
gros-grand-petit-
bon-mauvais-
haut-long
premier-dernier

Slide 8 - Slide

bijzondere gevallen
un bon prof
une bonne prof

du concombre frais
des fraises fraîches

Slide 9 - Slide

Tâche
  1. Werk in tweetallen
  2. Verklaar deze twee onregelmatige/bijzondere voorbeelden
  3. Zoek nog drie bijzondere gevallen op en leg uit hoe deze gemaakt worden
  4. Zoek hierbij andere voorbeelden 
  5. Geef een tip aan de klas hoe deze grammatica te leren
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Au travail
  • faire les devoirs: 
  • apprendre: 
  • oefen de imparfait met verbuga (via de startpagina van Libre Service Junior)

Slide 11 - Slide