KWT- Breuken

KWT Wiskunde
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

KWT Wiskunde

Slide 1 - Slide

KWT- Breuken

Slide 2 - Slide

Wat is een breuk?
https://youtu.be/PYVIS91pnEg


Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Kaya wil deze reep delen met 3 andere kinderen. In totaal zijn ze dus met z’n vieren. Kaya wil hem zo breken dat alle kinderen evenveel chocola hebben.
Ze breekt hem eerst in 2 gelijke grote stukken en deze breekt zij ook in gelijke stukken. 
Ze heeft nu 4 gelijke stukken.
Iedereen krijgt 1 van de 4 stukken.

Slide 4 - Slide

Hier zie je een pizza. Deze pizza is al in stukjes gesneden.
De pizza is verdeeld in 8 stukken. Deze ene punt is 1 van de 8 punten en heet dus in breukentaal 1/8 deel.
We hebben nu 3 van de 8 stukken gepakt. In breukentaal heb je nu 3/8 deel van deze pizza op je bord liggen.

Slide 5 - Slide

Het woord ’teller’ komt van ’tellen’. Je telt daar om hoeveel stukjes het gaat. De teller is in deze breuk 1, omdat het nu maar om 1 stukje gaat.
Onder de streep staat de 8. Onder de streep staat altijd in hoeveel stukjes iets verdeeld is. Dit is de noemer. Het woord ‘noemer’ komt van noemen. Omdat dit 8 stukjes zijn, noemen we deze breuk ‘achtsten’. De noemer is 8.

Slide 6 - Slide

Breuken optellen
Gelijknamige breuken
Ongelijknamige breuken



Slide 7 - Slide

Gelijknamige breuken optellen

Slide 8 - Slide

Ongelijknamige breuken optellen

Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag

Slide 10 - Slide

Breuken aftrekken


Gelijknamige breuken
Ongelijknamige breuken

Slide 11 - Slide

Gelijknamige breuken

7 - 1 = 6
7/8 - 2/8 = 5/8

dus 6 5/8

Slide 12 - Slide

Ongelijknamige breuken
Noemers gelijk maken

3 x 7 = 21
dus de noemer wordt hier 21
van 3 naar 21 (x7)
dus bovenkant ook keer 7
7/21 - ?/21 =

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag

Slide 14 - Slide