Mag ik de rekening, alstublieft?
Wij moeten morgen om 9 uur werken.
Wilma kan heel goed zingen. Ze heeft talent.
Michael wil graag Nederlands leren.
Kunnen/willen jullie me helpen?
Je mag/kan/kunt hier niet parkeren!
Willen jullie nog een stukje taart?
Kunnen jullie me horen? Ik heb een nieuwe microfoon.