1.6 stam + ik-vorm

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.6 
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.6 
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 28.


Slide 2 - Slide

3. lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je het verschil uitleggen tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord. 

Slide 3 - Slide

Stam
De stam van een werkwoord is het hele werkwoord zonder -en.

Bijvoorbeeld:
Wachten -> wacht
Schrijven -> schrijv
Zitten -> zitt

Slide 4 - Slide

Geef de stam van: vallen

Slide 5 - Open question

Geef de stam van: krijsen

Slide 6 - Open question

Geef de stam van: geven

Slide 7 - Open question

Geef de stam van: pakken

Slide 8 - Open question

Geef de stam van: vrezen

Slide 9 - Open question

Ik-vorm
De ik-vorm is vaak gelijk aan de stam, maar niet altijd. Je moet soms een klinker toevoegen, een medeklinker weglaten of een letter veranderen.

Bijvoorbeeld:
Schrijven -> schrijv -> ik schrijf
Zitten -> zitt -> ik zit

Slide 10 - Slide

Geef de ik-vorm van: vallen

Slide 11 - Open question

Geef de ik-vorm van: krijsen

Slide 12 - Open question

Geef de ik-vorm van: geven

Slide 13 - Open question

Geef de ik-vorm van: pakken

Slide 14 - Open question

Geef de stam van: vrezen

Slide 15 - Open question

5. Begeleid inoefenen
Bespreken opdracht 25. 

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken 
Je maakt zelfstandig opdracht 23 t/m 25 op blz 28 t/m 29.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 17 - Slide