- Er worden twee goed opgeloste zouten bij elkaar gevoegd.
- De combinatie van ionen die ontstaat lost niet goed op.
- Er vindt een neerslag reactie plaats
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Opdracht 1
Er is 250 mL kaliumjodide oplossing nodig met een concentratie van 0,100M.
Hoeveel kaliumjodide moet worden afgewogen?
Slide 25 - Slide
Opdracht 2
Er wordt 150 mL 0,100M Kaliumjodide oplossing toegevoegd aan
250 mL 0,250M lood(II)nitraat oplossing. Er ontstaat een neerslag.
A. Geef de neerslagvergelijking.
B. Na de reactie wordt de neerslag gefiltreerd. Toon met een berekening aan of er naast kalium-ionen en nitraat-ionen ook nog lood-ionen of jodide in de oplossing aanwezig zijn.