Mens en milieu 3

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Mens en milieu

Thema 3

Leerjaar 4

Inhoud van deze les

• Klimaat

• Lucht en water

• Afval

Dampkring

Het weer wordt bepaald door de zon en de dampkring

dampkring = atmosfeer

luchtlaag om de aarde

stikstof - zuurstof - koolstofdioxide

Broeikaseffect

Gassen in de dampkring houden de warmte- straling tegen.

Gevolg: opwarming

Klimaatverandering

Stijging zeespiegel

koude gebieden worden warmer; ijs smelt

Temperatuur zeewater

voorspelling 100 jaar 82 cm erbij

(stijging zeespiegel)

Klimaatverandering

Extreem weer

Lange droge periodes

Meer regen in korte tijd

Cyclonen/storm

Water

Water in de sloot = oppervlaktewater

Water in de grond = grondwater

Teveel waterbloei (planten) in water komt door vermesting

Veel dode organismen in het najaar - veel reducenten nodig om het op te ruimen. 

Kost veel zuurstof!

Water

Vervuiling door:

- chemisch afval

- drijvend afval

• vergiftiging van dieren en reducenten
• dieren raken verstrikt in het drijvende afval
• dieren eten het drijvende afval
• microplastic

Waterzuivering

Rioolwater wordt gezuiverd

1. Rooster 

2. Voorbezinkbak

3. Beluchtingstank

4. Nabezinking

5. In de rivier of kanaal gepompt

Lucht

Uitstoot door menselijke activiteit

Fabrieken

Voertuigen

Veehouderij

Fijnstof

luchtverontreiniging en smog

Lucht

Aandoeningen door luchtverontreiniging

Astma

COPD

hart- en vaatziekten

Afval

Biologisch afbreekbaar

(GFT- afval)

Niet biologisch afbreekbar

(plastic, glas, metaal etc.)

Afval

Scheiden van afval om het beter te verwerken

hergebruik

recyclen

composteren

verbranden

storten

recyclen

In het verleden zijn veel spullen gedumpt. Gelukkig weten we steeds beter hoe we van oude materialen weer nieuwe materialen kunnen maken.

Wat moet je maken?

KB maken: 3.5: opdracht 38 - 39 - 40 - 43 - 45 + test  je zelf

                        3.6: opdracht 49 + test je zelf

                        3.7: opdracht 53 - 55 

BB maken: 3.5: Opdracht: 26 - 28 + test je zelf

                        3.6: Opdracht: 33 - 34 + test je zelf

                        3.10: 1 t/m 7 examentrainer