9.1 - Driehoeken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 9 - Meten en redeneren

9.1 Driehoeken

9.2 Bijzondere lijnen

9.3 Vierhoeken

9.4 Gelijke hoeken

9.5 Hoeken berekenen

Planning

Week 13 (24 maart) - Paragraaf 9.1 en 9.2

Week 14 (31 maart) - Paragraaf 9.3 en 9.4

Week 15 (7 april) - Paragraaf 9.5 en de toets

Hoofdstuk 9 - Leerdoelen

- Driehoek tekenen als één zijde en twee hoeken zijn gegeven

- Wat een deellijn, hoogtelijn, zwaartelijn en middelloodlijn is

- Hoe je een deellijn, hoogtelijn, zwaartelijn en middelloodlijn tekent

- Wat de eigenschappen van de diagonalen van bijzondere vierhoeken zijn

- Hoe je een vierhoek tekent vanuit de eigenschappen van de vierhoek

- Wat F-figuren en Z-figuren zijn

- Hoe je hoeken berekent

Hoofdstuk 9 - Meten en redeneren

9.1 Driehoeken

9.2 Bijzondere lijnen

9.3 Vierhoeken

9.4 Gelijke hoeken

9.5 Hoeken berekenen

Soorten driehoeken

• Rechthoekige driehoeken
• Gelijkzijdige driehoeken
• Gelijkbenige driehoeken
• Overige 

Soorten driehoeken

• Rechte hoek is 90 graden
• Symmetrieas is een lijn die een figuur in twee helften splitst die elkaars spiegelbeeld zijn.

Driehoek tekenen met passer

Driehoek tekenen waarvan je één zijde en twee hoeken weet

Soorten hoeken

• Twee lijnen die loodrecht op elkaar staan vormen een rechte hoek.
  Een rechte hoek is 90 graden.
•  Een scherpe hoek is kleiner dan een rechte hoek en ligt tussen de 0 en 90 graden.
• Een stompe hoek is groter dan een rechte hoek en ligt tussen de 90 en 180 graden.
• Een gestrekte hoek is een hoek van 180 graden.
• Een volle hoek is een hoek van 360 graden.

Huiswerk

Paragraaf 9.1 - Driehoeken

Opgave 1 t/m 10 

Je hebt nu de rest van de les de tijd om hier rustig aan te werken. Je mag op fluistertoon praten met je buurman/vrouw.

Leerdoelen bereikt?

Ik kan een driehoek tekenen als één zijde en twee hoeken gegeven zijn.

Huiswerk

Paragraaf 9.1 - Driehoeken

Opgave 1 t/m 10