Grammatica/spelling les 1

Module grammatica/spelling les 1
1e lesuur: starten met module grammatica/spelling

2e lesuur: enquête jaarboek invullen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Module grammatica/spelling les 1
1e lesuur: starten met module grammatica/spelling

2e lesuur: enquête jaarboek invullen 

Slide 1 - Slide

Programma komende weken

Slide 2 - Slide

Volgende week 
  • Dinsdag: verder met module spelling/grammatica
  • Woensdag: laatste keer oefenen met lezen  

Slide 3 - Slide

Welke onderdelen in deze module? 
-woordsoorten
-jou en jouw goed gebruiken
-als en dan goed gebruiken
-zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord 
-werkwoordspelling 

AFRONDING IS EEN KLEIN TOETSJE

Slide 4 - Slide

Woordsoorten 

Slide 5 - Slide

Woordsoort - werkwoord
Een werkwoord is een woordsoort.
Het woord dat zegt wat iets of iemand doet of overkomt:
werkwoord.

Vervoegen:
Lachen - lach / lacht / lachen / lachte / lachten / gelachen / lachend.




Slide 6 - Slide

Woordsoorten

Slide 7 - Slide


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 8 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)

Slide 9 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Werkwoord (ww)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 10 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)

Slide 11 - Quiz


Ik zoek de betekenis van het woord straks even op. 

A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijke naamwoord
D
Lidwoord

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 13 - Open question

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Een 
het
de
denkt
spinnen
pauze
geheugen
toetje
toetsen
getekend
dans

Slide 14 - Drag question


Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende broden gebakken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Lidwoord (lw)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 15 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Vanochtend heb ik één boterham gegeten.
A
Lidwoord
B
Geen lidwoord

Slide 16 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek gelezen!
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Lidwoord (lw)
D
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 17 - Quiz


Ik heb hele goede cijfers op mijn rapport!  
A
Lidwoord (lw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 18 - Quiz


Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang uit
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel

Slide 19 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel te veel gegeten.
A
Zelfstandig naamwoord(zn)
B
Werkwoord (ww)

Slide 20 - Quiz

Fons Veurink - Feessie

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken


Maak van 6.2 opdracht 6 

Slide 23 - Slide