Herkansing Niobe + poëzie en fictie en oefenen met h2 taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

2C - maandag

Planning

1. Poëzie en fictie / Niobe herkansing lezen
2. kort bespreken
3. h2 taalverzorging trainen
4. Opdracht klassikaal
5. Afsluiting
Lesdoel: Aan het einde van de les ken je het begrip tijd en heb je getraind voor H2 taalverzorging

Poëzie & Fictie - deel D - opdracht 1 klassikaal

Aan de slag!

WAT: Poëzie & Fictie - deel D - opdracht 2 t/m 5 

HOE: Eerste 5 minuten in stilte 

H2 taalverzorging trainen

Ga via Studiewijzerplus naar trainen --> helemaal rechts 

Controleer of je in het goede hoofdstuk zit: H2 

Afsluiting

Ben je alweer begonnen aan een nieuw leesboek :) ? 
Begin hier zo snel mogelijk mee! 

Donderdag: verder met poëzie & fictie en met trainen h2 taalverzorging. 

2C - donderdag 10 december 

Ga rustig klaarzitten voor de les! 

Planning

1. 10 minuten lezen: 2C - Mirjam Mous

2. Herhaling samengestelde zin + hoofdletters en leestekens
3. Trainen H3 taalverzorging
4. Fictie - onderdeel D 
5. Tijd over: korte film 

Lesdoel

Aan het einde van de les weet je hoe je een samengestelde zin kunt maken en weet je wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken. 

Herhaling: wisbordjes

Jullie schrijven zo het juiste antwoord op de wisbordjes. 

1. Lees de vraag / stelling.
2. Schrijf het antwoord op het bordje. 
3. Hou je bordje omhoog als ik het aangeef. 

1. Waar/niet waar: Een samengestelde zin heeft altijd maar één persoonsvorm.

1. Waar/niet waar: Een samengestelde zin heeft altijd maar één persoonsvorm.

2. Maak van deze zinnen een samengestelde zin: De tuinman verstaat je niet. Hij is doof.
Gebruik het voegwoord 'want'

2. Maak van deze zinnen een samengestelde zin: De tuinman verstaat je niet, want hij is doof.

3. Kies de juiste woordvolgorde.

Mijn moeder gaat naar het dierenasiel, omdat …

A ze een kat wil uitzoeken.

B ze wil een kat uitzoeken.

3. Kies de juiste woordvolgorde.

Mijn moeder gaat naar het dierenasiel, omdat …

A ze een kat wil uitzoeken.

B ze wil een kat uitzoeken.

4. Kies het juiste voegwoord

Hamid heeft een blikje sinas gekocht, […] hij had dorst. 
A. maar
B. omdat
C. want
D. zodat

4. Kies het juiste voegwoord

Hamid heeft een blikje sinas gekocht, […] hij had dorst. 
A. maar
B. omdat
C. want
D. zodat

5. Is deze zin juist?

meneer Jansen vertelde: 'dat hij naar Enschede ging verhuizen'.

5. Is deze zin juist?

meneer Jansen vertelde: 'dat hij naar Enschede ging verhuizen'.

NIET JUIST

6. Is deze zin juist?

‘Dan ben je nog niet jarig!.’ riep Emily.

6. Is deze zin juist?

‘Dan ben je nog niet jarig!.’ riep Emily.

NEE
'Dan ben je nog niet jarig!' riep Emily

7. Schrijf deze zin goed op

de minister zei nieuwe bezuinigingen zijn onvermijdelijk

7. Schrijf deze zin goed op

De minister zei: 'Nieuwe bezuinigingen zijn onvermijdelijk.'

8. Wat is de juiste spelling?

Oma wordt vergeetachtig, maar […] mankeert ze nog niets.

A lichaamlijk

B lichamelijk

8. Wat is de juiste spelling?

Oma wordt vergeetachtig, maar […] mankeert ze nog niets.

A lichaamlijk

B lichamelijk

9. Wat is de juiste spelling?

De rode kater doofde de […]

A kaarsen

B kaarzen

9. Wat is de juiste spelling?

De rode kater doofde de […]

A kaarsen

B kaarzen

10. Kies het juiste voegwoord

______ David niet in topconditie was, scoorde hij drie keer in de tweede helft.
A. omdat
B. hoewel
C. terwijl 
D. maar

10. Kies het juiste voegwoord

______ David niet in topconditie was, scoorde hij drie keer in de tweede helft.
A. omdat
B. hoewel
C. terwijl 
D. maar

Aan de slag!

WAT: H3 taalverzorging trainen (weekplanner) 

HOE: zachtjes overleggen 

KLAAR: Fictie deel D - geschiedenis 

DAARNA: Fictie deel D kort bespreken 

Tijd over:

https://www.npostart.nl/tagged/22-04-2018/POMS_NTR_13013005