3.2 Dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

3.2 Dieren

Waar let je op bij het ordenen van organismen?

1. Celkenmerken
2. Alleen de kleur van de vacht
3. Het geluid dat een dier maakt
4. Aantal poten

Celkenmerken

Bacteriecellen hebben geen...

1. celwand
2. celmembraan
3. celkern
4. cytoplasma

Wat is ordenen?

1. zorgen dat het stil is, orde houden
2. orders maken voor verzending
3. de verschillen zoeken
4. verdelen in groepen met dezelfde kenmerken

Bij ordening verdeel je de organismen in

1. 4 rijken
2. 4 soorten
3. 4 afdelingen
4. 4 rassen

Hebben schimmelcellen een celkern? En bladgroenkorrels?

1. Geen van beiden
2. Alleen een celkern
3. Alleen bladgroenkorrels
4. Beiden

Dieren

Leerdoelen dieren

• Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
• Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
• Je kunt kenmerken noemen van zes groepen dieren.
  

Op aarde zijn ongeveer 1,3 miljoen soorten dieren bekend. Bijna 60 000 soorten zijn gewervelde dieren.

Symmetrie

in twee gelijke helften te verdelen

Symmetrie bij dieren

Helften hoeven niet precies hetzelfde te zijn!

Skelet: geen, uitwendig of inwendig

Sponsdieren

• Niet-symmetrisch
• Inwendig Skelet --> skelet van hoornvezels tussen de cellen
• Leven meestal vast op de bodem van de zee

Neteldieren

• Veelzijdig symmetrisch
• meestal geen skelet
• Leven in het water
• Vangen hun prooi met tentakels (vangarmen)
  

Weekdieren

• Tweezijdig symmetrisch
• Uitwendig skelet --> meestal een schelp of huisje
  

Stekelhuidigen

• Veelzijdig symmetrisch
• Inwendig skelet van kalk
• Huid is bedekt met stekels of knobbels
• Leven op de bodem van de zee
  

Geleedpotigen

• Tweezijdig symmetrisch
• Uitwending skelet --> een pantser 

Vergroten:

Gewervelden

• Tweezijdig symmetrisch
• Inwendig skelet --> wervelkolom
  

gewervelden

Vertakkingsschema

Zelfstandig werken

Lezen blz 159 t/m 163

Maken opdrachten: 1 t/m 8