Par. 2.2 Botten bewegen les 1

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2 - Bewegen
toets week voor de kerstvakantie
Het skelet

Toets: week 50

Slide 2 - Slide

 Leerdoelen 2.2 botten bewegen deel 1



Aan het eind van Par 2.2 kun je:
- Je kan 4 beenverbindingen opnoemen.
- Je kan de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Vier beenverbindingen
Vergroeiing: aan elkaar gegroeide botten, kun je niet bewegen
Naadverbinding: platte botten met een naad ertussen, kunnen niet bewegen
Kraakbeen: tussen de botten zit flexibel kraakbeen, kunnen beetje bewegen
Gewricht: zorgt voor de meeste beweging
 

Slide 6 - Slide

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Kraakbeenlaagje
  3. Gewrichtskapsel
  4. Gewrichtssmeer
  5. Gewrichtsbanden

Slide 7 - Slide

De 3 gewrichten
  1. Kogelgewricht: kan alle kanten op bewegen (bijv. schouder)
  2. Scharniergewricht: kan maar in 1 richting heen en weer bewegen (zoals een deur; open en dicht) (bijv. elleboog of knie)
  3. Rolgewricht: rond draaien (bijv. pols)

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 2.2
Maken: opdracht 1 t/m 11
Leer alvast par 2.1 voor de SO, ma 25 nov!

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 10 - Slide

Leerdoelencheck

Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 11 - Quiz

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 12 - Drag question

Zet in de goede volgorgde, van boven naar beneden (1 is boven)
1
2
3
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel

Slide 13 - Drag question

Uit welke botten bestaat de borstkas?
A
borstbeen en ribben
B
ribben en wervels
C
borstbeen, ribben en wervels
D
borstbeen en ribben

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de vorm van de rugwervel?
A
Dubbele z-vorm
B
s-vorm
C
slinger
D
Dubbele s-vorm

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar?
Oudere mensen hebben meer kalkstof in hun botten dan jonge mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 17 - Drag question

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 18 - Quiz


Welke gewricht zie je op het plaatje?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 19 - Quiz