Leesboek: Fijne verjaardag

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

LEESBOEK

FIJNE VERJAARDAG!

Sammy:
Waar werkt Sammy?

1. In de bouw.
2. Op kantoor.
3. Op school.
4. Aan de telefoon.

Sammy:
Hoe heet de vriendin van Sammy en waar werkt zij?

1. Mark werkt op school.
2. Karen werkt op school.
3. Mark werkt in de bouw.
4. Karen werkt in de bouw.

Karen en Saskia:
Welk werk vindt Sammy leuk?

1. In een kantoor.
2. In de bouw.
3. In een magazijn.
4. In een winkel.

Karen en Saskia:
Wat is juist?

1. Karen woont samen met Saskia.
2. Saskia is de collega van Sammy.
3. Sammy en Karen wonen niet samen.
4. Sammy woont 3 jaar in Nigeria.

Te klein:
Waar heeft Sammy de schoenen gekocht?

1. In een schoenenwinkel.
2. Via internet.

Te Klein: Zet in de goede volgorde
a. De schoenen zijn aangekomen.
b. De schoenen zijn teruggestuurd.
c. De schoenen zijn online gekocht.
d. Het retourformulier wordt ingevuld.
e. De schoenen zijn te klein.

1. a - d- e - c - b
2. c - a - e - b -d
3. a - c - e - b -d
4. c - a - e - d -b

De bijenkorf:
Waarom gaat Sammy naar de Bijenkorf?

1. Hij wil een mooi cadeau kopen.
2. Hij wil tweedehandse spullen kopen.
3. Hij wil een dure cadeau kopen.

De Bijenkorf:
Wat koopt Sammy?

1. Sieraden
2. Parfum
3. Kleren
4. Hij weet het nog niet.

De Bijenkorf:
Waarom koopt Sammy geen sieraden?

1. Hij vindt ze niet mooi.
2. Hij vindt ze duur.
3. Hij weet niet of Karen ze gebruikt.
4. Hij weet niet welke maat Karen heeft.

Rode sjaal:
Wat is goed?

1. Sammy ziet geen sjaal.
2. Sammy ziet één sjaal.
3. Sammy ziet 2 sjaals.
4. Sammy ziet veel sjaals.

Rode sjaal:
Volgens de verkoopster

1. houden veel vrouwen van rood.
2. vinden veel vrouwen rood lelijk.
3. dragen vrouwen rood als ze verliefd zijn.
4. dragen veel vrouwen rood.

Geen rood:
Wie is de collega van Karen?

Blauw:
Wat is goed?

1. Karen houdt niet van blauw.
2. Karen houdt niet van stoplichten.
3. De kleur van de ogen van Karen is blauw.
4. Karen houdt van de lucht en de zee.

Ruilen:
De Bijenkorf is

1. 5 dagen per week open.
2. 6 dagen per week open.
3. 7 dagen per week open.
4. alleen het weekend open.

Ruilen:
Waarom wil Sammy de sjaal ruilen?

1. Karen houdt niet van rood.
2. Sammy vindt blauw mooier.
3. Sammy wil zijn geld terug.

Handschoenen:
Wat is goed?

1. Karen krijgt schoenen cadeau.
2. Karen krijgt handschoenen cadeau.
3. Karen krijgt een cadeau van de webwinkel.
4. De sjaal en de handschoenen kosten evenveel.

Fijne verjaardag:
Waarom mag Sammy eerder naar huis?

1. Karen is jarig.
2. Het weer is slecht.
3. Sammy heeft vrij genomen.
4. Sammy gaat vanavond naar het restaurant.

Fijne verjaardag:
Wat is goed?

1. Karen krijgt een sjaal van Sammy.
2. Karen krijgt handschoenen van haar collega.
3. Sammy heeft geen cadeau.
4. Karen krijgt een pakje van de webwinkel.

Grappig:
Wat is NIET goed?

1. Karen is blij met 2 paar handschoenen.
2. Rood is niet de lievelingskleur van Karen.
3. Sammy vindt rood de kleur van de liefde.
4. Sammy is eerst verdrietig over zijn cadeau.

😒🙁😐🙂😃