V5 - les 8 - escribir sobre el entorno

Vas a ver una  foto.
Tienes que hablar con tu compañero/a de clase por qué está esta foto y con qué serie está relacionada.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vas a ver una  foto.
Tienes que hablar con tu compañero/a de clase por qué está esta foto y con qué serie está relacionada.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Tienes que hablar con tu compañero/a de clase por qué está esta foto y con qué serie está relacionada.
timer
0:30

Slide 3 - Slide

El objetivo de hoy es
aprender nuevos tiempos el futuro y el condicional y terminar  el entorno

Slide 4 - Slide

La clase anterior (reseña)
1. Welke 2 adviezen heeft de docent jullie gisteren gegeven?
2. Wat was een belangrijke fout die er in de recensie werd gemaakt?  Heb jij die ook gemaakt?
3.  Ben je op schema met je recensie? Hoe komt dat?
4. Van welke Spaanse schilder hebben  we gisteren even gehad met betrekking tot la Casa de Papel en chupachups?

Habla con tu compañero en holandés respondiendo a las preguntas.
timer
1:30

Slide 5 - Slide

La preparación para la clase de hoy
Leren vocabulaire el entorno ned-spa/spa-ned pag. 45 en 46

Leren aantekeningen imperfecto en indefinido
Leren aantekeningen gustar/interesar/doler

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Escribir sobre el entorno
Een goede alinea over de omgeving en tijd bevat
  • Een  inleidende zin (eventueel met voegwoord.
  • Beschrijving van de plek waar het zich afspeelt en 
  • waarom juist daar.
  • Een zin met voegwoord waarin je vertelt in welke
  • periode het zich afspeelt en hoe je dat kan zien/
  • Je  mening over de plek waar het zich afspeelt.
  • Het gebruik van dezelfde tijd als die van de personages (één tijd)

Slide 16 - Slide

Escribir el final
Een goede laatste alinea bevat:
1. Een inleidende zin met een voegwoord van conclusie.
2. Twee redenen waarom je deze serie aanbeveelt.
een vraag waarin je de lezer met vraagtekens laat 
waardoor hij/zij zin heeft om jouw serie te gaan 
bekijken.
3. Het gebruik van minstens 2 verschillende futuros.
4. Het gebruik van minstens 2 verschillende condicionals.
5. Een zin die aansluit met je inleiding (zodat je echt een begin en eind hebt die samen komen)

Slide 17 - Slide

2 o 3 personajes interesantes
Een goede alinea over de personages bevat:
  • een inleidende zin
  • minstens 3 voegwoorden om de zinnen met elkaar te verbinden (también, asimismo, y, pero, no obstante)
  • beschrijvingen van uiterlijk van 2 personages
  • beschrijvingen van karakter van 2 personages
  • beschrijvingen van beroep van 2 personages
  • uitleg waarom je juist voor deze 2 personages hebt gekozen (geen reden is omdat je ze leuk vindt, maar wat maakt dat je ze leuk vindt?)
  • een laatste zin waarbij je de aankondiging maakt op de volgende alinea
  • een tijd (niet van tijd switchen of je gebruikt alleen de presente of je gebruikt alleen de perfecto of je gebruikt alleen de indefinido/imperfect

DENK AAN CONCORDANCIA Y REGLAS HAY/SER/ESTAR

Slide 18 - Slide

LA EVALUACIÓN
Levanta la  mano si estás de acuerdo:
1. Ik pas de grammatica toe in mijn recensie die we in de les bespreken.
2. Ik ben  tevreden over hoe ik in de les werk.
3. Ik maak me zorgen om mijn recensie.
4. Ik weet nu hoe ik de toekomende tijd in het Spaans moet maken.

Slide 19 - Slide

La preparación para el jueves
Examen de vocabulario
let op een oefening zal niet voorkomen:
namelijk het maken van werkwoorden van zelfstandige naamwoorden en andersom.
Wel van tegenovergestelde woorden.

Slide 20 - Slide