2.2 Stromingen in de samenleving deel 2 H2Q

Welkom bij M&M
Ga op je plek zitten,
pak je laptop boek alvast voor blz 56!
Log in op lessonup en volg de les.
We gaan beginnen als iedereen stil is
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij M&M
Ga op je plek zitten,
pak je laptop boek alvast voor blz 56!
Log in op lessonup en volg de les.
We gaan beginnen als iedereen stil is

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2: 
Naar een industriële samenleving
§2.2 
Stromingen in de samenleving 

Slide 2 - Slide

Planning
Herhaling vorige les(sen)
Vervolg uitleg 2.2 (vanaf blz 56)
Zelf aan de slag
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Leerdoelen; aan het einde van deze paragraaf:
1. Weet je waarom en hoe het kiesrecht werd uitgebreid;

2. weet je welke strijd er over het onderwijs gevoerd werd;

3. weet je welk stromingen streefden naar meer gelijkheid;

4. kun je beschrijven hoe de positie van vrouwen veranderde

Slide 4 - Slide

Herhaling vorige les(sen)

Slide 5 - Slide

Liberalen
Conservatieven
"Ik wil dat de overheid zich niet bemoeit met mijn bedrijf."
"Het koningshuis moet blijven, omdat dit bij Nederland hoort.
"In het parlement moeten vooral veel mensen van adel zitten, want dit is hoe het altijd is geweest."
"Ik wil dat niet alleen mensen van adel kiesrecht hebben, maar ook anderen."

Slide 6 - Drag question

Wie was het staatshoofd in 1815?
A
Willem I
B
Willem II
C
Leopold
D
Willem van Oranje

Slide 7 - Quiz

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land met een koning
B
Een land met een grondwet
C
Een land met een gekozen president
D
Een land met een koning en een grondwet

Slide 8 - Quiz

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...
A
Liberalen
B
Conservatieven

Slide 9 - Quiz

In welk jaar krijgen vrouwen actief kiesrecht?
A
1815
B
1848
C
1917
D
1919

Slide 10 - Quiz

Wie heeft bij een parlementaire macht de minste macht?
A
Het parlement
B
De koning
C
De minister president
D
Het volk

Slide 11 - Quiz

Wat is een vakbond?
A
Werkgevers organisatie
B
Organisatie die opkomt voor werkgevers
C
Werknemers organisatie die opkomt voor werknemers

Slide 12 - Quiz

Wat is de sociale kwestie?
A
De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
B
De wet kinderarbeid te verbieden.
C
De slechte levensomstandigheden van de arbeiders en het besef dat hier een oplossing voor moest komen
D
Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
"Toen alle burgers kiesrecht kregen, werd Nederland een parlementaire democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Heel Nederland kan je opdelen in twee soorten scholen:
A
Kleuterscholen en Universiteiten
B
VMBO en MBO scholen
C
Christelijke en Islamitische scholen
D
Openbare en bijzondere scholen

Slide 15 - Quiz

Samen lezen blz 56
Leerstof: '' Strijd voor gelijkheid''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/zinnen/begrippen
Wat zijn of wat doen socialisten?

Waar zorgden de socialisten voor?

Wat zijn communisten?

Welke stromingen ontstonden?

Slide 16 - Slide

Strijd voor gelijkheid(1)

In de politiek kwamen socialisten op voor de belangen van arbeiders. Ze streefden naar meer gelijkheid. 

De socialisten wilden wetten uitbreiden en zorgen ervoor dat ouderen, zieken en weeskinderen een uitkering kregen. 

Slide 17 - Slide

Strijd voor gelijkheid(2)

Liberalen willen voor de burgers grote vrijheden zoals de burgerrechten. beschermen en de macht van de staat en de kerk beperken.

Liberale politici zorgden voor de eerste sociale wetten. De overheid steunde hierdoor de mensen die niet voor zichzelf konden zorgen.


Slide 18 - Slide

Strijd voor gelijkheid(3)

Anderen wilden de samenleving radicaal veranderen. 

Dit waren de communisten. Zij dachten dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie (grote verandering) kon verdwijnen. 


Slide 19 - Slide

Stromingen in de politiek

5 stromingen 
  • liberalen: meer vrijheid in de politiek
  • conservatieven: Alles hetzelfde blijft
  • confessionelen: Geloof is belangrijk
  • socialisten: Streeft naar gelijkheid
  • communisten: Alles is van iedereen verandering door revolutie

Feministen - mensen die opkomen voor vrouwenrechten

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wat zijn socialisten?
A
Mensen met een bepaalde godsdienst
B
Mensen die meer gelijkheid voor arbeiders wilden
C
Mensen die alles wilden houden zoals het was.
D
Mensen die streefde naar meer ongelijkheid

Slide 22 - Quiz

Wie dachten er dat de ongelijkheid in de samenleving alleen door een revolutie kon verdwijnen.
A
socialisten
B
communisten
C
conservatieven
D
liberalen

Slide 23 - Quiz

Liberalen
Conservatieven

Socialisten

Communisten

Confessionelen
"Ik wil dat de overheid ook de school van mijn kind gaat betalen, waar lesgegeven wordt met de Bijbel."
"De overheid moet arbeiders met wetten gaan helpen."
"Ik wil dat de koning de machtigste man van het land blijft."
"Ik wil dat de overheid zich niet bemoeit met hoeveel ik mijn werknemers betaal."
"Arbeiders moeten met wapens in actie komen tegen de overheid!"

Slide 24 - Drag question

Samen lezen blz 57
Leerstof '' De positie van vrouwen ''

Pak een markeerstift en markeer belangrijke woorden/zinnen/begrippen
Hoe werden vrouwen in die tijd gediscrimineerd?

Wat zijn feministen?


Slide 25 - Slide

Positie :van vrouwen
Wetten maakten verschil tussen mannen en vrouwen. Hierdoor hadden vrouwen minder rechten dan mannen. 

Ze mochten niet naar het hoger onderwijs, mochten niet stemmen en getrouwde vrouwen moesten om toestemming vragen aan hun man. 

1870: vrouwen verzetten zich tegen discriminatie. 

Slide 26 - Slide

Positie van vrouwen

Feministen: mensen die het opnemen voor vrouwenrechten. 

Vrouwen mochten hierdoor naar het hoger onderwijs, kregen kiesrecht maar de ongelijkheid tussen man en vrouw bleef. 

Aletta Jacobs was de eerste vrouw die naar de universiteit ging.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Feministen
Gelijkheid voor vrouwen
  • Feministen wilden meer gelijkheid voor vrouwen
  • In 1919 mochten zij ook stemmen

Slide 29 - Slide

Feministen zijn ....
A
Mannen die opkomen voor hun rechten
B
Mensen die opkomen voor hun rechten
C
Mensen die opkomen voor rechten van mannen
D
Mensen die opkomen voor rechten van vrouwen

Slide 30 - Quiz

Welke twee dingen bereiken de eerste feministen?
A
Kiesrecht voor vrouwen
B
Vrouwen krijgen evenveel betaald als mannen
C
Mannen gaan meer doen in het huishouden
D
Vrouwen kunnen naar het hoger onderwijs

Slide 31 - Quiz

liberaal
communist
feminist
conservatief
confessioneel
Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
iemand die in de politiek streeft naar gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen en verbruiksgoederen
iemand die streeft naar de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden
iemand die in de politiek uitgaat van het geloof

Slide 32 - Drag question

Zelf aan de slag
  • Wat: Maak opdracht 5 t/m 9 blz 56-57 & herhaling blz 58
  • Hoe: Zelfstandig (overleggen mag zachtjes met buurman/vrouw)
  • Hoelang: 15 min
  • Klaar: Ga nakijken en verbeteren (laat docent zien)
timer
20:00

Slide 33 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 34 - Mind map

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll