Ne 2425 - BK1 - w7: 2.3 woorden en betekenissen en CS&G 3 trappen van vergelijking

1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 140 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom in periode 1
Bij het vak Nederlands werken we aan/met:
- NUMO
- leesvaardigheid 
- schrijfvaardigheid
- spreekvaardigheid
- kijk- en luistervaardigheid
- fictie

NODIG bij het vak Nederlands-->  Kern lesboek, Chromebook, leesboek, schrift en pen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Periodeplanner 1

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Periodeplanner 1

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Plattegrond 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
Telefoon in je Zakkie, Zakkie in je tas!​
Jas uit + spullen op tafel: Chromebook, lesboek, JdW-map en etui.​
NUMO Nederlands maken.​
Huiswerk bespreken/les starten.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Deze week - Kern 2.3 + CS&G 3
Deze LessonUp hoort bij: 
Kern hoofdstuk 2 les 3: 
lezen --> woorden en betekenissen
Kern cursus S&G les 3: 
spelling & grammatica --> trappen van vergelijking

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lezen
Les 2.3 Reclameverhalen

Lesdoel: 
Je leert hoe je de betekenis van moeilijke woorden kan vinden in een tekst.





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je de betekenis van een moeilijk woord vinden?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden

Slide 12 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie

Slide 13 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
betekenissen vinden
moeilijk woord 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Woorden uit deze les
tevoorschijn komen: verschijnen, zichtbaar worden
merken: waarnemen
negeren: geen aandacht besteden aan (iets of iemand) als dat wel wordt verwacht
nut: gunstig effect, waarde
aangezien: omdat

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 50
- Lees Belangrijk, blz. 51
- Samen maken (mondeling): opdracht 1 t/m 7, blz. 50
- Zelfstandig werken: opdracht 11 t/m 17, blz. 52 + 53


Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Kun je twee tips noemen om de betekenis van een moeilijk woord te vinden?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

      Leerdoelen

Slide 24 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Energizer

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Spelling en grammatica
Cursus 3 Trappen van vergelijking

Lesdoel: 
Je leert wat de trappen van vergelijking zijn van bijvoeglijke naamwoorden en hoe je ze schrijft.





Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Trappen van vergelijking
Bespreek dit in 2 minuten met de klasgenoot naast jou.
timer
1:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van de trappen van vergelijking?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Voorbeelden

Slide 29 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie

Slide 30 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
bijvoeglijke naamwoorden
stellende trap
vergrotende trap (+er)
overtreffende trap (+ste)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Woorden uit deze les
tevoorschijn komen: verschijnen, zichtbaar worden
merken: waarnemen
negeren: geen aandacht besteden aan (iets of iemand) als dat wel wordt verwacht
nut: gunstig effect, waarde
aangezien: omdat

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 124
- Lees Belangrijk, blz. 125
- Samen maken: opdracht 1 t/m 5 , blz. 124
- Zelfstandig werken: opdracht 6 t/m 9 + 11, blz. 125 t/m 127

Slide 41 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions


Wat is de vergrotende en overtreffende trap van "goed"?
A
goed - goeder - goedst
B
goed - goeie -goeist
C
goed - beter - best
D
goed - goede - beter

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de vergrotende en overtreffende trap van "boos"?
A
boos - meer boos - boost
B
boos - bozer - boost
C
boos - kwaad -woedend

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

      Leerdoelen

Slide 45 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Fictieopdracht periode 4 (deze hangt ook in Teams)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je jouw inzet voor deze week?
A
Een 10.... zoals altijd
B
Een voldoende, dat is prima.
C
Een onvoldoende, ik kan echt beter.
D
Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

Slide 48 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Exit ticket: wat weet je nog
over "alinea's en tussenkopjes"?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Exit ticket: kun je voorbeelden noemen van zelfstandig naamwoorden, met het goede lidwoord?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting
Bedankt en tot de volgende les!
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 51 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.