Met super kun je in het Nederlands ontelbaar veel samenstellingen vormen: superleuk, supermooi, superinteressant, superchic, enz. enz.
Het tweede deel kan ook een zelfstandig naamwoord zijn: superervaring, supermacht, supertanker, enz.
In bijvoorbeeld super-interessant en super-ervaring kun je een streepje voor de duidelijkheid invoegen.