This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Vorig jaar kreeg je fictie
Slide 1 - Slide
literatuur of lectuur?
vraag: Wat is het verschil?
Slide 2 - Slide
Literatuur: kunstvorm, de kunst van de letteren.
'Dat wat geschreven is.'
Slide 3 - Slide
Lectuur: álles wat je kunt lezen
kenmerken:
simpele verhaallijnen
voorspelbare patronen
oppervlakkige personages
clichématige verhalen
Slide 4 - Slide
literatuur, kenmerken:
diepgang
verrassend
personages zijn uitgewerkt tot karakters
ruimte voor interpretatie
spiegel voorhouden (zichzelf of problemen in de maatschappij
Slide 5 - Slide
literaire veld
De groep mensen die bepaalt wanneer een roman van literaire waarde is.
uitgever
recensenten
presentatoren van bepaalde tv-programma's
Slide 6 - Slide
literaire canon
Een lijst met boeken die je gelezen 'moet' hebben volgens bepaalde deskundigen. Een canon is veranderlijk en afhankelijk van het tijdsbeeld (in ieder tijdvak heersen andere ideeën over wat goede literatuur is)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
taalhelden.org
Slide 9 - Link
Ik ga zwemmen Er spoelen mensen aan
- vaker zoiets gehoord. - 'Nooit' eerder gehoord.
- Makkelijk taalgebruik. - Goed nagedacht over taalgebruik. - Makkelijk te begrijpen. - Soms onduidelijk wat er wordt bedoeld. - Kostte wrs weinig tijd om - Kostte wrs veel tijd om te schrijven.
te schrijven
- Puur amusement - Zet aan tot nadenken.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
(v)lucht, Tim Hofman
Slide 12 - Slide
Wat zie jij hier?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Meerduidigheid
Meerduidigheid geeft aan dat mensen op meerdere manieren een tekst kunnen interpreteren.
Slide 16 - Slide
De diepere boodschap
Wat wil een auteur de lezer vertellen?
Wil hij/zij je overtuigen? Wil hij/zij je over een maatschappelijk vraagstuk laten nadenken? Wil hij/zij ontregelen?