Bron 1: De dominee Joannes kals trok in 1731 naar Suriname om 'de heidenen te bekeren'. Hij klaagde de praktijken die hij daar aantrof aan. In 1756 schreef hij:
'Ziet op de negers, die gij met grote onkosten uit Guinea moet laten halen en die - met welk recht? - vandaar gehaald op de mensenmarkt (foei! schande voor christenen!) openlijk verkocht worden. Deze mensen gebrukt gij in uwe dienst en de meesten van u behandelen hen ruwer en harder dan vee, dan honden, katten, paarden, koeien of varkens. Is het te verwonderen dat deze mensen, op zoek naar hun vrijheid, onder de handen van hun beulen weglopen?'