8.3 Democratisering, GRES

8.3 Democratisering 
KA
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

8.3 Democratisering 
KA
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

Slide 1 - Slide

Ik weet wat ik moet leren voor mijn SE geschiedenis:
Ja
Nee
Ik wist het wel ...
Niets, want ik ga toch niet leren.

Slide 2 - Poll

Wat is het nut van democratie?

Slide 3 - Open question

Planning
Doel: Je kan uitleggen hoe de democratie zich uitbreidde
- Wat weet je van...
- Zelf studie -> Jortgeschiedenis
   Tip: Bij elke paragraaf is een filmpje.
- Filmpje met kijkvragen.
- Revolutie jaar 1848
- NL democratisering
- Zelfstudie

Slide 4 - Slide

Thorbecke

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Kijkopdracht
Bekijk: ‘Het levensverhaal van de Grondwet’ van 0.00 tot 5:01.
Geef vervolgens antwoord op de 10 vragen in je aantekeningenschrift. 
Tip: De vragen staan op volgorde van het filmpje.

1.Wat betekend ‘machtsvacuum’?
2.Wat zijn monarchisten?
3.Wat betekend Soeverein vorst?
4.Wat wordt er in een grondwet opgeschreven?
5.Waarom en in welk jaartal worden de grenzen opnieuw getrokken in Europa? (1.38)
6.Waardoor ontstaat België?
7.Wat gebeurt er in vrijwel heel Europa in 1848?
8.Wat zal ministeriële verantwoordelijkheid betekenen?
9.Wat veranderingen (3) vinden er in 1917 in Nederland plaats?
10. Bekijk de bovenstaande vragen, noteer de vraagnummers waarbij er sprake is van democratisering.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Heb je nog vragen over 'Het levensverhaal van de Grondwet’

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

1840-1849: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 11 - Slide


Revolutiejaar 
1848



  • Opstand tegen absolute vorsten.
  • In heel Europa -> Daardoor kreeg koning Willem II ook angsten en wilde hij de nieuwe grondwet onderteken. 

Slide 12 - Slide

Parlementaire democratie 1848
- Het parlement wordt de baas in Nederland
- Bij parlementaire democratie kiezen de burgers het parlement.
- Regering:  koning (onschendbaar) en ministers (ministriele verantwoordelijkheid)
kiezen?
In 1848 was Nederland nog geen echte democratie. Alleen mannende die voldoende belasting betaalden mochten stemmen, dit heet dcensuskiesrecht. In 1917 kwam er algemeen mannenkiesrecht en vrouwen kregen passief kiesrecht (mocht op hen gestemd worden). In het jaar 1919 werd Nederland een parlementaire demcoratie met algemeenkiesrecht, want vrouwen kregen ook actief kiesrecht. 

Slide 13 - Slide

Liberale grondwet, waarom?
Thorbecke 

Slide 14 - Slide

Bekijk nog eens de kaart over 1848, waarom staat er in Nederland geen stip denk je?

Slide 15 - Open question

Zelfstudie
Vervolg 8.3 is zelfstudie:  Je bent vrij om de LessonUp te gebruiken maar neem vooral het boek door. 
Inhoud LessonUp:
- (flauw filmpje) De Willem's  (op verzoek)
- Republiek bestuur (herhaling, op verzoek)
- Democratisering Groot-Brittannië
- Democratisering in Duitsland

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Willem
-Willem van Oranje
- Stadhouder Willem V
- Koning Willem I
-Koning Willem II
(-Koning Willem III)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Groot-Brittanië
Queen Victoria:
-Districtenstelsel
- Gewonnen partij kiest ministers
-Hoger(erf) en Lager(gekozen) huis

Slide 20 - Slide

Duitsland
Mislukt
-1848 Revolutiejaar -> Gebruikt als eenwording
-1850 invoering budgetrecht.

Bismarck blijft hoofdrol speler:
- Mannenkiesrecht
- Geen gehoor geven aan budgetrecht

Slide 21 - Slide