Rekenen: Verhoudingstabellen

         Fase 2                                                        


Rekenen,
verhoudingstabellen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

         Fase 2                                                        


Rekenen,
verhoudingstabellen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je vandaag leren?
- Wat is een verhouding?
- Wat is een verhoudingstabel?
- Rekenen met verhoudingen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat bedoelen we met een verhouding bij het vak rekenen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Verhouding
Een verhouding zegt iets over hoe 2 getallen zich tot elkaar verhouden.

Bijvoorbeeld:
Peter kookt voor 2x zoveel mensen dan Fatima. We weten niet voor hoeveel mensen ze koken. We weten alleen dat Peter voor twee keer zoveel mensen kookt . Het zegt iets over de verhouding tussen het aantal mensen waarvoor gekookt wordt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld:
Als Fatima voor 10 mensen kookt, dan kookt Peter voor 20 mensen. 
2x zoveel mensen is dus:
10 mensen x 2 = 20 mensen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verhouding
1 appel kost €2,00 
3 appels kosten €6,00 (€2,00 x 3)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel kosten 4 appels?
A
12 euro
B
6 euro
C
8 euro
D
2 euro

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel kosten 24 appels?
A
12 euro
B
48 euro
C
84 euro
D
24 euro

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

NAAR SCHEMATISCH - stap 3
Aan klas laten zien dat hetgeen we net in werkelijkheid met de snoeppotten en snoepjes hebben gedaan ook in een verhoudingstabel gezet kan worden. 
Leerlingen laten verwoorden wat er gebeurt. 

Slide 11 - Slide

NAAR ABSTRACT
Aan de klas laten zien dat hetgeen we net in het schema hebben gezet, ook alleen met cijfers weergegeven kan worden.
Leerlingen laten verwoorden wat er gebeurt. 

A
6
B
7
C
10
D
20

Slide 12 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/ verhoudingstabel.

A
15
B
20
C
25
D
30

Slide 13 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
juist
B
niet juist

Slide 14 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
juist
B
niet juist

Slide 15 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.
Ik kan rekenen met verhoudingstabellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Wat ging goed in deze les?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat vind je nog lastig?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


A
250
B
2000
C
1000
D
1250

Slide 20 - Quiz

Oefenen met verhoudingen/verhoudingstabel.

A
800
B
640
C
3200
D
1000

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions