Kapitel 7: Wohnen / Wortschatz

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

WEEK 13

Wat heb je nu nodig?
- Boek b
-een pen/potlood
-schrift en natuurlijk device en internet
Leerdoel:
Je leert woorden om jullie huis / je kamer te beschrijven.

Slide 2 - Slide

Schrijf Duitse woorden die
met het thema wonen
hebben te maken!

Slide 3 - Mind map

Stappenplan
1. Doe je boek B open op blz 62-63 en neem de woordjes door!
2. Ga daarna verder met LessonUp en geef antwoord op de vragen.
3. Evaluatie
4. Huiswerk

Slide 4 - Slide

Doe je boek dicht en bekijk de video van de volgende slide!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

de kamer = ...
A
das Zimmer
B
die Küche
C
der Flur
D
der Garten

Slide 7 - Quiz

de tuin = ...
A
der Garten
B
der Flur
C
die Küche
D
das Fenster

Slide 8 - Quiz

de muur
A
die Küche
B
das Fenster
C
die Wand
D
die Wohnung

Slide 9 - Quiz

de badkamer
A
die Toilette
B
das Badezimmer
C
das Schlafzimmer
D
das Wohnzimmer

Slide 10 - Quiz

de deur
A
der Tisch
B
der Stuhl
C
die Küche
D
die Tür

Slide 11 - Quiz

de bank (in de woonkamer) = ...
A
der Schrank
B
das Fenster
C
das Sofa
D
das Zimmer

Slide 12 - Quiz

de winkel
kijken
de wc
het flatgebouw
knus
verhuizen
wennen aan
das Klo
umziehen
sich gewöhnen an
das Geschäft
das Hochhaus
schauen
gemütlich

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Drag question