This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Groepsrollen
Slide 1 - Slide
Inhoud deze les
Normen en waarden binnen de groep
Groepssoorten
Groepsrollen
Groepsrollentest Belbin
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
De student kan benoemen wat het verschil is tussen normen en waarden
De student kan minimaal 3 groepsrollen benoemen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Normen en waarden?
Slide 5 - Mind map
Verschil normen en waarden
Voorbeelden:
Waarde: Ouderen horen respect te krijgen.
Norm: Je staat jouw plaats in de trein af aan iemand die ouder is dan jij.
Waarde: In het verkeer is veiligheid van belang.
Norm: Verkeersregels
Waarde: Binnen de samenleving moet het voor iedereen leefbaar zijn.
Norm: Afval opruimen en respect hebben voor anderen.
Slide 6 - Slide
Opdracht
Bedenk voor jezelf minimaal 3 normen en 3 waarden die jij aanhoudt als zorgprofessional. Noteer deze en beargumenteer per norm en waarde waarom dit voor belangrijke normen en waarden zijn.
Slide 7 - Slide
Wat is een groep?
Slide 8 - Open question
Wat is een groep?
Een groep is een verzameling van twee mensen die iets gemeenschappelijks hebben: een doel, een wens of een kenmerk.
Slide 9 - Slide
Soorten groepen
Persoonlijke groepen: Emotionele verbondenheid
Functionele groepen: Een taak of functie vervullen
Formele groepen: Functionele groep met taken en regels die voorgeschreven zijn
Informele groepen: Je kan zelf voor een groep kiezen ‘ongeschreven regels’
Vrijwillige groepen: Je komt vrijwillig bij elkaar
Onvrijwillige groepen: Groep die tot stand komt zonder dat je dat wilt
Slide 10 - Slide
Wat is groepsdynamica
Slide 11 - Mind map
Groepsfasen
forming (vormgeving)
storming (conflictfase)
norming (groepsnormen ontwikkelen)
performing (presteren)
adjourning (afscheid nemen)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Groepsrollen
BELBIN
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Belbin groepsrollentest
Doe de test op:
https://www.123test.nl/groepsrollentest/
Slide 17 - Slide
Lesdoelen
De student kan benoemen wat het verschil is tussen normen en waarden