This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Radioactief
Vandaag hebben we het over radioactiviteit.
Wat is het, hoe ontstaat het en wat kun je ermee?
Slide 3 - Slide
Radioactiviteit
Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniseren de straling af.
Wat is ioniserende straling ook alweer?
Dit is straling die moleculen kapot kan maken.
Deze straling noemen we radioactief.
Slide 4 - Slide
Radioactief?
Wat betekent het woord radioactief dan eigenlijk?
Radio betekent zenden, actief weet je wel.
Het woord radioactief betekent dus actief zenden. Iets wat radioactief is zendt zelf straling uit. Zonder hulp.
Slide 5 - Slide
Natuurlijk/kunstmatig
Er zijn natuurlijke radioactieve stoffen, deze geven zelf radioactieve straling af.
Er zijn ook stoffen die gemaakt zijn en radioactieve straling afgeven. Deze zijn kunstmatig radioactief.
Slide 6 - Slide
Geigerteller
Ioniserende straling kun je met een geigerteller meten.
Hij geeft klikjes als er straling aanwezig is, hij verklikt dus eigenlijk de straling.
Slide 7 - Slide
Radioactief verval
Als een kern van een radioactieve stof straling geeft, is hij net in verval geraakt. Dan is de kern van het atoom verander in een andere (niet radioactieve) stof. Dit kunnen alleen radioactieve stoffen en dat kunnen ze maar 1x.
Als ze in verval raken, zenden ze dus straling uit.
Slide 8 - Slide
Meten van radioactiviteit
Je meet radioactiviteit dus met een geigerteller.
Maar je meet dit in Bequerel (Bq)
1 Bq is 1 veranderde kern per seconde.
Slide 9 - Slide
Halveringstijd
De kernen van een isotoop veranderen steeds door de helft.