Bij associëren wordt een (impulsief) verband gelegd tussen zaken. Het is noodzakelijk dat er direct en vrij gereageerd wordt op deze impulsen. Een associatie kan nooit fout zijn. Als een leerling bij het woord ‘lamp’ aan ‘cadeaupapier’ denkt, is dat goed.
Soms kan een speler het idee hebben dat de spelimpulsen heel goed of grappig moeten zijn. Dit stagneert het (samen)spel. Stimuleer de leerlingen niet teveel ‘in hun hoofd te zitten’. Het spel mag heel eenvoudig zijn. Er hoeft niet gescoord te worden. Grappig zijn is niet het doel van improvisatie. Het kan helpen om de leerlingen een handeling te geven. Hierdoor komen ze ‘uit hun hoofd’ en in actie.
Stoeptegeloefening
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Het hoge hoed spel
3 rondes
- Omschrijven
- Uitbeelden
- 1 woord
Pak elke keer een briefje, zodra deze geraden is pak je de volgende. Net zolang tot de tijd op is, dan is het volgende groepjes. Net zolang tot de briefjes op zijn.