Je kan het informatie boekje ook in canvas bekijken: klik dan hier
Hieronder volgt een voorbeeld van een informatieboekje.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Je kan het informatie boekje ook in canvas bekijken: klik dan hier
Hieronder volgt een voorbeeld van een informatieboekje.
Slide 1 - Slide
Voorblad
Slide 2 - Slide
Inleiding
Slide 3 - Slide
Inhoudsopgave
Slide 4 - Slide
Informerende tekst
Je legt iets uit, doet verslag of geeft instructies. Wat je vooral niet doet, is een mening geven. Informatieve teksten zijn objectief: het gaat om feiten. Alles draait erom dat je lezer straks iets weet wat hij vooraf waarschijnlijk nog niet wist.
Slide 5 - Slide
Creatieve pagina
Slide 6 - Slide
Overtuigende tekst
Je moet de lezer informeren, draagt argumenten (redenen) aan en geeft je mening. Maar nu probeer je hem er ook nog eens van te overtuigen dat jij gelijk hebt. Jij haalt hem over iets te doen of juist te laten met zijn nieuwe kennis. Alles draait er nu om dat je lezer actie onderneemt.
Slide 7 - Slide
Creatieve pagina
Slide 8 - Slide
Als een schrijver een spannend, aangrijpend of grappig verhaal vertelt, is zijn doel amuseren (de lezer vermaken). Amuserende teksten zijn meestal fictionele teksten: romans, verhalen, gedichten en strips. Maar ook een leuk krantenberichtje kan meer dienen om te amuseren dan om te informeren.
Amuserende tekst
Slide 9 - Slide
Creatieve pagina
Slide 10 - Slide
Activerende teksten hebben als doel om de lezer aan te zetten tot actie: hij/zij moet iets gaan doen! Dit doel zie je ook terugkomen in betogen, ingezonden stukken en columns, maar bijvoorbeeld ook in reclames. Daar word je immers aangezet tot het kopen van een product.