De Rechtsstaat en de Trias Politica in Nederland

De Rechtsstaat en de Trias Politica in Nederland

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een rechtsstaat is en wat de trias politica in Nederland betekent.

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.

What do you already know about de rechtsstaat and de trias politica in Nederland?

Slide 1: Rechtsstaat

Een rechtsstaat is een staat waarin het recht de hoogste macht heeft en waarin burgers rechten en vrijheden hebben.

Leg uit wat een rechtsstaat is en benadruk het belang van het rechtssysteem.

Slide 2: Kenmerken van een Rechtsstaat

Kenmerken van een rechtsstaat zijn onder andere gelijkheid voor de wet, onafhankelijke rechtspraak en grondrechten.

Beschrijf de belangrijkste kenmerken van een rechtsstaat en geef voorbeelden.

Slide 3: Trias Politica

De trias politica is de scheiding van de machten in een staat. In Nederland bestaat deze uit de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Leg uit wat de trias politica is en hoe deze is opgebouwd in Nederland.

Slide 4: Wetgevende Macht

De wetgevende macht maakt wetten en bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer.

Beschrijf de rol en functie van de wetgevende macht in Nederland.

Slide 5: Uitvoerende Macht

De uitvoerende macht voert wetten uit en bestaat uit de regering en ambtenaren.

Beschrijf de rol en functie van de uitvoerende macht in Nederland.

Slide 6: Rechterlijke Macht

De rechterlijke macht oordeelt in geschillen en bestaat uit rechters en rechtbanken.

Beschrijf de rol en functie van de rechterlijke macht in Nederland.

Slide 7: Checks en Balances

De trias politica zorgt voor checks en balances, waarbij elke macht de andere machten controleert en in evenwicht houdt.

Leg uit hoe de trias politica zorgt voor checks en balances in Nederland.

Slide 8: Samenvatting

Een rechtsstaat is een staat waarin het recht de hoogste macht heeft en waarin burgers rechten en vrijheden hebben. De trias politica zorgt voor de scheiding van de machten en checks en balances.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.