Spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoorden & uitdrukkingen & gezegdes
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spreekwoorden & uitdrukkingen & gezegdes

Slide 1 - Slide

Portfolio opdracht 1
Onderwerp: spreekwoorden en uitdrukkingen 

Groepsgrootte: minimaal 2 en 
max. 4 personen

Eindproduct: 
Spreekwoorden/gezegdes uitgelegd met foto's .







 

Slide 2 - Slide

doelen van de opdracht:
Je weet wat een spreekwoord, uitdrukking of gezegde is. 

Je weet dat de spreekwoorden/uitdrukking en gezegdes een herkomst hebben.

Je kunt de herkomst van de spreekwoorden/uitdrukking en gezegdes uitleggen.

Je kunt een zin maken met de gekozen spreekwoorden/uitdrukking of gezegde.
 

Slide 3 - Slide

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen

Spreekwoord
Een spreekwoord is onveranderlijk. Je gebruikt dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is). Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’


Slide 4 - Slide

Uitdrukking 
Het is een overkoepelend begrip voor alle vaste verbindingen met een figuurlijke betekenis. Je kan een uitdrukking veranderen van woordvolgorde, 
bijv. 'Er als de kippen bij zijn', kun je veranderen in; 'Zij zijn er altijd als de kippen bij als het gratis is'.

Slide 5 - Slide

Gezegde
Vaste reeks woorden met een vaste betekenis

Voorbeeld: `Een voorbeeld van een gezegde is 'met hart en ziel'.`

Slide 6 - Slide

Verschil spreekwoord & uitdrukking & gezegde

Slide 7 - Slide

??
Welke spreekwoorden beelden de twee foto's uit?

Slide 8 - Slide

Welk spreekwoord? 

Slide 9 - Slide

Welk spreekwoord? 

Slide 10 - Slide

Filmpje:
Kijk naar het filmpje voor meer uitleg.


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Even om te lachen!

Slide 13 - Slide

Opdracht:
  1. Kies 10 spreekwoorden/uitdrukkingen uit.
  2. Maak bij elk spreekwoord/uitdrukkingen een foto.
  3. Geef de betekenis van het spreekwoord/uitdrukkingen.
  4. Maak een goede zin met het spreekwoord/uitdrukkingen.
  5. Schrijf een stukje over de herkomst van het spreekwoord/uitdrukkingen. 

Slide 14 - Slide

Waar kan ik infomatie vinden? 
  1. https://spreekwoorden.nl
  2. https://www.scientias.nl/komen-spreekwoorden-vandaan/
  3. https://schrijvenonline.org/dossier/herkomst-van-spreekwoorden-en-gezegden
  4. https://isgeschiedenis.nl/rubrieken/historische-uitdrukkingen
  5. https://onzetaal.nl/taaladvies/thematisch/uitdrukkingen-en-spreekwoorden/

Slide 15 - Slide

Wat lever je in?

  • In totaal 10 spreekwoorden en/of uitdrukkingen
  • Foto  waarop het spreekwoord/ de uitdrukking wordt uitgebeeld 

  • Een uitleg van de betekenis van het spreekwoord/gezegde
  • 1 juiste zin met het spreekwoord/uitdrukking 

  • De herkomst van het spreekwoord/uitdrukking wordt uitgelegd door een stukje geschreven tekst. 

Slide 16 - Slide

Eisen voor het inleveren van het eindproduct op papier:
  • Elk uitgewerkt spreekwoord/uitdrukking op 1 A4'tje. Deze heeft een mooie lay-out (netjes en verzorgd).
  • Spelling en grammatica volgens de regels (dus geen fouten).
  • Foto's zijn zelfgemaakt en niet van internet gehaald.
  • Tekst is getypt met Arial 12 pt.
  • Inleveren in een mapje of netjes ingebonden.
  • LET OP: Laat een ander groepje het eindproduct controleren. Zij geven feedback (via een feedbackformulier), welke weer meegenomen worden in de verbeteringen van het eindproduct. Als de verbeteringen zijn toegepast, wordt het eindproduct ingeleverd. 
  • De feedback van het andere groepje, doe je LOS in het mapje/boekje.
  • Wees creatief: alles kan en mag als het maar voldoet aan de bovenstaande eisen. 

Slide 17 - Slide

Inleverdatum

Eindproduct inleveren in week ???
Spreken we nog af: datum komt in Som










N.B.: Deze opdracht telt voor 1/7 deel mee met het uiteindelijke cijfer.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide