woordenschat

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

ontbijten
A
untbeißen
B
untstücken
C
frühstücken
D
früh essen

Slide 2 - Quiz

der Anruf
A
het aanschrift
B
de oproep
C
het telefoontje

Slide 3 - Quiz

Hoe vertaal je: u heeft gelijk
A
Sie haben recht.
B
Sie haben Gleich.
C
Sie habe recht.

Slide 4 - Quiz

toestaan

Slide 5 - Open question

zich vergissen =

Slide 6 - Open question

vermoeiend
A
eingebildet
B
anstrengend
C
verträumt
D
geschickt

Slide 7 - Quiz

die Aufmerksamkeit
A
de op merken heid
B
de aandacht
C
de opmerkenheid
D
de opmerking

Slide 8 - Quiz

harmlos
A
aarzelen
B
onschuldig
C
pesten
D
wijden aan

Slide 9 - Quiz

erwachsen = .....

Slide 10 - Open question