3F feiten, meningen, argumenten en bronnen zoeken, bronnen beoordelen

Welkom bij de les Nederlands
Module: argumenteren

Gebruik je eigen voor- en achternaam
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij de les Nederlands
Module: argumenteren

Gebruik je eigen voor- en achternaam

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je weet het verschil tussen een feit en een mening.
Je weet wat argumenten zijn en wat het nut ervan is.

Slide 2 - Slide

feitelijk
mening
persoonlijke voorkeur
argumentatie
tegenspreken
uitspraak
objectief
standpunt
subjectief
redenering
weerleggen
bewering

Slide 3 - Drag question

Welke stelling klopt NIET over feiten?
A
Je kunt het bewijzen of controleren.
B
Je kunt daarover van mening verschillen.
C
Je kunt het opzoeken.

Slide 4 - Quiz

In welke tekst zul je vooral feiten tegenkomen?
A
amuserende tekst
B
activerende tekst
C
informerende tekst
D
overtuigende tekst

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 6 - Open question

Welke zin bevat een feit?
A
Als je melk hard genoeg schudt, krijg je boter.
B
Onze auto krijgt 's winters altijd kuren, dus waarschijnlijk ook komende winter.
C
Hij heeft alweer afgezegd, blijkbaar vindt hij ons niet leuk.

Slide 7 - Quiz

Mevrouw Scheepers geeft rekenen in onze klas.
A
dit is een feit
B
dit is een mening
C
dit is geen feit en ook geen mening

Slide 8 - Quiz

Welke stelling klopt NIET over meningen?
A
Het geeft aan wat jij vindt.
B
Je gedachten ergens over.
C
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.
D
Meningen zijn altijd waar.

Slide 9 - Quiz

Wat is een argument?
A
Een argument is te bewijzen.
B
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent.
C
Een argument is een reden waarom jij iets vindt.

Slide 10 - Quiz

Waarom gebruikt een schrijver argumenten?
A
Om een mening te onderbouwen.
B
Om een feit te onderbouwen.

Slide 11 - Quiz

Lees de tekst.
De tweedejaarsstudent schaamt zich soms voor haar bevoorrechte positie. Is dat een feit of een mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Geef één argument voor de
mening van Jaap Tromp.

Slide 13 - Open question

Is de titel een feit of
een mening?
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

Is de ondertitel een feit of
een mening?
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quiz

Sleep het juiste onderdeel naar de tekst.
DJ Snelle Jelle, artiestennaam van Jelle de Boer (Amsterdam, 18 november 1980), is een Nederlands hiphop-diskjockey en muziekproducent. 
Hij is één van de beste rappers van Nederland.
Hij is de eerste Nederlandse artiest ooit met twee nummers in de top drie.
feit
argument
mening

Slide 16 - Drag question

Lesdoel
Je kunt inschatten of de informatie in een tekst betrouwbaar is.

Slide 17 - Slide

Betrouwbare informatie bestaat vooral uit ...
A
feiten
B
feiten en meningen
C
argumenten

Slide 18 - Quiz

Welke teksten zijn minder betrouwbaar?
A
Informerende teksten
B
Activerende teksten
C
Overtuigende teksten

Slide 19 - Quiz

Eucerin Sun biedt unieke drievoudige bescherming. (productfolder Eucerin Sun Protection)
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
dit weet je niet

Slide 20 - Quiz

Reorganisatie bij politie begint vruchten af te werpen. (minister van Binnenlandse Zaken in interview)
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
dit weet je niet

Slide 21 - Quiz

De slaaptabletten zijn veilig in het verkeer. (uit een folder van samenwerkende apothekers)
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
dit weet je niet

Slide 22 - Quiz

Steeds meer mensen doen een beroep op schuldhulpverlening. (Centraal Bureau voor Statistiek)
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
dit weet je niet

Slide 23 - Quiz

Wolf hoort niet in Nederland (landbouworganisatie LTO Nederland)
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
dit weet je niet

Slide 24 - Quiz

De geheime minnaar van Adèle. (weekblad Privé)
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
dit weet je niet

Slide 25 - Quiz

Werk nu verder aan 'Mijn studieplan' in Taal Integraal.

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Ga in Motile naar: studieplan P1 / P2.

https://toegang.org/ACTIVATIECODE

Slide 27 - Slide