blok 8 les 4, 8, 12

In deze taalles leer je verschillende soorten teksten schrijven.
  1. Het verschil tussen een verslag en een mening-tekst.
  2. Het verschil tussen weet-teksten en verzonnen verhalen. 
  3. Een samenvatting schrijven.
  4. Een memo schrijven.
  5. Een e-mail schrijven.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

In deze taalles leer je verschillende soorten teksten schrijven.
  1. Het verschil tussen een verslag en een mening-tekst.
  2. Het verschil tussen weet-teksten en verzonnen verhalen. 
  3. Een samenvatting schrijven.
  4. Een memo schrijven.
  5. Een e-mail schrijven.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Nog even herhalen: 

Slide 4 - Slide

Meningtekst
Weettekst
IKC de Rank is een basisschool waar Dalton onderwijs wordt gegeven. 
Ik vind de Rank een leuke school.
Wij zitten in groep 5.
Wij werken met de talentencirkel. 
Ik kan goed met de talentencirkel werken. 

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Link

Nog even herhalen: 

Slide 7 - Slide

Nog even herhalen:

Slide 8 - Slide

Verzonnen verhalen.
Weetteksten
verhalen
gedichten
toneelstukjes
weettekst
verslag
nieuwsbericht

Slide 9 - Drag question

Een samenvatting maken. 
Wat betekent dat ook al weer? 
Je mag even 30 seconden met je schoudermaatje overleggen. Gebruik je fluisterstem. 

Kijk goed naar het volgende filmpje of je het goed had. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Een samenvatting van een samenvatting maken:
  1. Lees de tekst
  2. Kleur de belangrijke zinnen of woorden (of schrijf ze op): wie, wat, waar, waarom, wat heb je geleerd.
  3. Schrijf de belangrijke informatie op in je eigen woorden. 
  4. Lees nog eens wat je hebt geschreven; is het zo duidelijk? Verbeter of vul aan. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Nog meer soorten teksten: 
gedicht
verslag
verhaal
dagboek

e-mail

memo

Slide 15 - Slide

verslag
memo
samenvatting
e-mail
Ik schrijf precies op wat er is gebeurd.
Hé mam, wil je fruit voor mij kopen? 
xxxx je liefste kind. 
Ik schrijf  een bericht op de computer en stuur het aan oma. 
Schrijf de belangrijkste informatie op in je eigen woorden.

Slide 16 - Drag question