This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Module GRZ
Slide 1 - Slide
Onder welke wet valt geriatrische revalidatiezorg?
A
WLZ
B
WMO
C
WPG
D
ZVW
Slide 2 - Quiz
timer
1:00
24 uur per dag zorg of toezicht die chronisch nodig zal zijn
Medische zorg behandeling of verpleging. Eerste lijnsverblijf
Hulp bij opvoedproblemen, bij gedragsproblemen of begeleiding en persoonlijke zorg van een kind met een milde handicap.
Kosten voor hulpmiddelen.
WLZ
ZVW
Jeugdwet
WMO
Slide 3 - Drag question
Wat is een DBC?
timer
0:40
Slide 4 - Open question
Wat is/zijn standaard onderdelen van revalidatie?
A
Geriatrisch onderzoek
B
Multidisciplinair overleg
C
Overleg over de doelen van de revalidatie
D
voor onbeperkte duur
Slide 5 - Quiz
Welke doelgroepen kom je tegen in de GRZ/ELV?
timer
0:30
Slide 6 - Open question
Wat is het belangrijkste uiteindelijke doel van revalidatie?
A
Volledig functieherstel
B
Zelfstandig wonen
C
Ondersteuning in het dagelijks leven
D
Heerlijk verzorgd en vertroeteld worden
Slide 7 - Quiz
Wat wordt doorgaans niet meegenomen bij de beslissing of geriatrische revalidatiezorg nodig is?
A
soort aandoening
B
soort operatieve ingreep
C
motivatie van de zorgvrager
D
mogelijkheden van terugkeer naar eigen woonsituatie
Slide 8 - Quiz
Bij de aanmelding wordt overlegd of de zorgvrager geschikt is voor geriatrische revalidatie. Hierna volgt een geriatrische assessment. Wie voert de geriatrische assessment uit?
A
Zorgconsulent
B
Huisarts
C
Geriatrisch geschoold verpleegkundige
D
Specialist ouderengeneeskunde
Slide 9 - Quiz
Alleen geselecteerde zorgvragers die opgenomen zijn in het ziekenhuis komen in aanmerking voor GRZ
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Een zorgvrager vanuit het ZKH is geïndiceerd voor GRZ, maar ziet hier om persoonlijke redenen vanaf. Binnen hoeveel tijd kan de zorgvrager na ontslag alsnog in aanmerking komen voor GRZ?
A
Kan helaas niet meer
B
Binnen 48 uur
C
Binnen 1 week
D
Binnen 1 maand
Slide 11 - Quiz
Wie voert in het ziekenhuis de triage uit voor GRZ?
A
behandelend arts
B
transferconsulent
C
verpleegkundige
D
huisarts
Slide 12 - Quiz
Wat behoort naast triage nog meer tot de taak van de transferconsulent?
(meerdere antwoorden)
A
lichamelijk onderzoek
B
voorlichting aan cliënt en mantelzorgers
C
overdracht naar de instelling
D
niets
Slide 13 - Quiz
Hoe vaak dient er per GRZ-opname minimaal een MDO plaats te vinden?
A
1x
B
2x
C
iedere week
D
iedere maand
Slide 14 - Quiz
Na hoeveel tijd verloopt een GRZ-indicatie?
A
2 maanden
B
3 maanden
C
6 maanden
D
verloopt niet
Slide 15 - Quiz
Hulpmiddelen die gebruikt worden voor GRZ vallen onder