Herhalen & Oefenen H11 Voortplanting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Herhalen & Oefenen

Oefenen H4 Voortplanting

Prostaat

Zaadleider

Zwellichaam

Urineleider

Zaadbal

Balzak

Eikel

Voorhuid

Zaadblaasje

Bijbal

De tekening geeft een cel van de mens weer.

Waar ontstaat deze cel?

1. Prostaat
2. Bijbal
3. Teelbal
4. Zaadblaasje

Het lekkere gevoel bij een zaadlozing wordt erectie genoemd.

1. Juist
2. Onjuist

De prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen.

1. Juist
2. Onjuist

Baarmoeder

Eileider

Eierstok

Urineblaas

Urinebuis

Vagina

Hoe lang duurt een "normale" menstruatiecyclus?

1. 28 tot 30 dagen
2. 24 tot 26 dagen
3. 32 tot 35 dagen
4. 9 maanden

Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik.

Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dikst?

1. als de menstruatie een dag bezig is
2. direct na afloop van de menstruatie
3. enkele dagen voor de eisprong
4. enkele dagen na de eisprong

In afbeelding zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw.
Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?

1. Op dag 1-5.
2. Op dag 6-10.
3. Op dag 12-16
4. Op dag 16-20

Wat is een ander woord voor eisprong?

1. Evaluatie
2. Ovulatie
3. Evolutie
4. Ik vind dit een stomme vraag.

Welk orgaan stoot tijdens de menstruatie slijmvlies af?

1. De baarmoeder.
2. De eierstokken.
3. De eileiders.
4. De vagina.

Een vrouw heeft op een kalender de eerste dag van haar menstruatie aangegeven (zie afbeelding). Deze vrouw heeft een regelmatige menstruatiecyclus.
In de maand februari heeft deze vrouw op vier dagen geslachtsgemeenschap gehad met een man, namelijk op 5, 12, 19 en 26 februari.

Op welke van de genoemde dagen is de kans het grootst dat de geslachtsgemeenschap tot bevruchting leidt?

1. 5 februari
2. 12 februari
3. 19 februari
4. 26 februari

Layla van 12 t/m 15 januari ongesteld is. Ze is gezond en heeft een regelmatige menstruatiecyclus. Ze probeert zwanger te worden. Wat is er op de vier data aan de hand?

26 januari 

28 januari

4 februari

9 februari

eisprong/ovulatie

Ze kan ongesteld worden. ( als niet zwanger)

Innesteling

bevruchting eicel 

Zet de zinnen over de bevruchting van een eicel in de juiste volgorde.

1

2

3

4

Een zaadcel ontmoet de eicel

Een eicel komt vrij uit de eierstok.

De kernen van de eicel en zaadcel smelten samen.

Een eicel komt in de eileider.

Wat gebeurt er bij innesteling?

1. Een bevruchte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen.
2. Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies.
3. Een bolletje van delende cellen reist naar de baarmoeder.
4. Een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

Veel vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie maandverband of tampons om bloed en slijmvlies uit de baarmoeder op te vangen. Een tampon wordt in de vagina ingebracht. Welke letter in de afbeelding geeft het deel aan waarin een tampon wordt ingebracht? 

Letter:

P

Q

R

Een man en een vrouw hebben geslachtsgemeenschap. Ze gebruiken geen voorbehoedmiddelen.

In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?

1. Baarmoeder
2. Eileider
3. Vagina

De pil en het condoom zijn 2 van de meest gebruikte voorbehoedsmiddelen. Allebei beschermen ze tegen ongewenste zwangerschap. Welk voordeel heeft het gebruik van een condoom nog meer?

Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.

1. Juist
2. Onjuist

Tijdens de zwangerschap treden geen menstruaties op.

1. Juist
2. Onjuist

Dit voorbehoedsmiddel bevat hormonen.

1. Coïtus Interruptus
2. Condoom
3. De pil
4. Fun condoom

Bekijk de afbeelding en zet de juiste nummers bij de genoemde onderdelen.

vruchtvliezen

Foetus

vruchtwater

navelstrengaders

1

2

3

4

5

6

7

8

Is onderstaande beweringen juist of onjuist? 

Medicijnen die een zwangere vrouw inneemt, kunnen bij de foetus terechtkomen. 

1. juist
2. onjuist

Tijdens de _____________ wordt de baby geboren.

De _______________trekt hevig samen, waardoor de baby naar buiten wordt geduwd.

Zo’n sterke samentrekking heet een ___________.

Bevalling

Baarmoederwand

Persweeen

De volgende vragen zijn op wit niveau.

Niet doen als je op rood wil afsluiten.

Fase 1

1 blauw

Fase 2

1 blauw

Fase 3

1 blauw

Uitdrijving

     2 rood 

Nageboorte

      2 rood

Ontsluiting

     2 rood

Persweeën.

De baarmoedermond wordt wijder.

Vruchtwater vloeit weg.

Weeën.

Placenta, resten van navelstreng 

  buiten.

.

Naweeën

Welk hormoon neemt in concentratie toe vóór de ovulatie?

1. Oestrogeen.
2. Progesteron.
3. Testosteron.
4. HCG.

De tekeningen in afbeelding hiernaast geven een deel van een eierstok weer op verschillende tijdstippen.
Welke tekening geeft de ovulatie weer?

1. 1
2. 3
3. 2
4. 4

Welke hormonen moeten worden geremd om nog een ovulatie te voorkomen tijdens een zwangerschap?

1. LH en FSH
2. LH en oestrogeen
3. LH en progesteron
4. FSH en progesteron

Welk hormoon wordt met 3 aangegeven?

1. LH
2. FSH
3. Oestrogeen
4. Progesteron

Hormonen die direct effect hebben op het baarmoederslijmvlies zijn:

1. Alleen progesteron
2. Alleen progesteron en oestrogeen
3. Alleen FSH en LH
4. Progesteron, oestrogeen, FSH en LH

Wat is de functie van FSH

1. Aanmaken LH en FSH door hypofyse
2. Zorgen voor een ovulatie
3. Ontwikkelen van de eicellen

Hoe noem je een lege follikel?

1. lege follikel
2. geel lichaam
3. Eicel

Waarop berust de 'werking' van de pil ter voorkoming van de zwangerschap?

1. Dit zorgt ervoor dat zaadcellen de eicel niet kunnen bereiken
2. Het voorkomen van de innesteling van het embryo
3. Op het niet meer rijpen van een follikel door toediening van hormonen
4. Geen seks hebben in de vruchtbare periode van de vrouw