Present Perfect

Present Perfect
Open past
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Present Perfect
Open past

Slide 1 - Slide

When to use?
gebeurtenis in het verleden met een connectie naar het heden. 
Geen tijdsindicatie
Bij een vraag hoe lang iets al gaande is.

Slide 2 - Slide

What does it look like?
have/has + past participle
fly - flew - flown

I've flown before.
She's heard a rumor.
We haven't laughed in ages. 

Slide 3 - Slide

Past Simple vs. Present Perfect
Ik heb die film gezien = I've seen that film.
Ik heb gisteren die film gezien = I saw that movie yesterday.

Tijdsindicatie maakt past simple.

Ik heb de film gezien = connectie naar nu
Ik ken de film.

Slide 4 - Slide

P.P. Ik heb een nieuwe auto gekocht.

Slide 5 - Open question

Waarom present perfect
Ik heb de auto ergens in het verleden gekocht.

Connectie met het nu = Ik ben de eigenaar van de auto

Wanneer past simple?
I bought a new car last week.

Slide 6 - Slide

Tijdsindicaties
Yesterday, last week, last year, two days ago.

Sommige hebben een connectie met nu:
this year, this morning, today
Waarom?
Dit jaar is nog niet afgelopen, het is nog ochtend, het is nog vandaag.

Slide 7 - Slide

I (live) in England for years.
A
I've lived in England for years.
B
I lived in England for years.

Slide 8 - Quiz

She (be) here yesterday
A
She has been here yesterday.
B
She was here yesterday.

Slide 9 - Quiz

it (rain) a lot this year.
A
It has rained a lot this year.
B
It rained a lot this year.

Slide 10 - Quiz

Open past

(present perfect)
Het nu
Yesterday
Closed end (past simple)
Last week
Five minutes ago
Last Tuesday
???

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link