This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lesprogramma
Nieuwsquiz
Lesdoel
Uitleg spelling meervoudsvorm op -en
Oefenen
Zelf aan de slag!
Slide 1 - Slide
https:
Slide 2 - Link
Slide 3 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je hoe je meervoudsvormen die eindigen op -en moet schrijven.
Aan het eind van deze les weet je hoe je de klemtoon in een woord kunt vinden.
Slide 4 - Slide
Spelling (meervoud)
Slide 5 - Slide
Meervoud op -en
Veel zelfstandige naamwoorden
hebben een meervoudsvorm op -en.
feest = feesten, verjaardag = verjaardagen
soms laatste letter verdubbelen (vlag - vlaggen)
soms klinker weglaten (jaar - jaren)
f verandert in v / s verandert in z (schijf - schijven, muis - muizen)
= mensen, dieren, planten, dingen. Je kunt er een lidwoord voorzetten.
Slide 6 - Slide
Meervoud op -en
Als het enkelvoud eindigt op -ee => dan voeg je -ën toe.
ree => reeën idee => ideeën slee => sleeën twee => tweeën
Als het enkelvoud eindigt op -ie?
Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt, dan voeg je -ën toe:
theorie => theorieën allergie => allergieën
Als de klemtroon niet op de laatste lettergreep valt, dan plaat je een trema op de -e en voeg je -n toe.
bacterie => bacteriën olie => oliën
Slide 7 - Slide
Hoe weet je waar de klemtoon ligt?
Duidelijke regels zijn er niet. Maar als je wilt weten waar de klemtoon van een woord ligt, moet je proberen de nadruk (klemtoon) in een woord steeds op een andere plek te leggen. Vaak hoor je dan wel of het goed klinkt of niet. Zo ligt in het woord tafel de klemtoon op de eerste lettergreep (ta) en niet op de tweede lettergreep (fel). Leg je de nadruk wel op de tweede lettergreep (tafel) dan hoor je waarschijnlijk dat dit vreemd klinkt.
Als je het echt niet weet, dan kun je het ook opzoeken in een woordenboek.
Slide 8 - Slide
https:
Slide 9 - Link
Waar ligt de klemtoon in het woord: Nederlands?
A
Ne
B
der
C
lands
Slide 10 - Quiz
Waar ligt de klemtoon in het woord: laptop?
A
lap
B
top
Slide 11 - Quiz
Waar ligt de klemtoon van het woord bacterie?
A
bac
B
te
C
rie
Slide 12 - Quiz
Wat is het meervoud van fotograaf?
A
fotografen
B
fotograven
Slide 13 - Quiz
Wat is het meervoud van: graf
A
grafen
B
graven
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste spelling in het meervoud van het woord: industrie
A
industriën
B
industries
C
industrieën
D
industrieel
Slide 15 - Quiz
meervoud van het woord: knie
A
knien
B
knies
C
kniën
D
knieën
Slide 16 - Quiz
meervoud van het woord: fee
A
feën
B
feeën
C
fees
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
Maak in je online methode
De Brug → maken opdr. 1
+
H3 --> Spelling --> meervoud op -en --> alle opdrachten jouw