SE06 Pöezieanalyse V5 Les 2: Beeldspraak - metaforen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
Aan het eind van deze lessenserie kun je:
gedichten analyseren op vorm;
vertellen welke vormen van beeldspraak er zijn;
vertellen welke stijlfiguren er zijn;
en daarmee gedichten analyseren op inhoud.
Slide 2 - Slide
Hoe zat het ook alweer? is - licht / raak - smaak zijn vormen van:
Slide 3 - Open question
Hoe zat het ook alweer? vacht - varen / binnen - buiten zijn vormen van:
Slide 4 - Open question
Hoe zat het ook alweer? Hoe heet een groepje versregels dat bij elkaar hoort?
Slide 5 - Open question
Hoe zat het ook alweer? Uit hoeveel regels bestaat een sextet?
Slide 6 - Open question
Hoe zat het ook alweer? Uit hoeveel versregels bestaat een sonnet?
Slide 7 - Open question
Lesdoel deze les:
Aan het eind van deze les weet je welke vier soorten beeldspraak op basis van vergelijking met de werkelijkheid er zijn en kun je hier voorbeelden van noemen.
Slide 8 - Slide
Beeldspraak
Ik ben ook niet van steen.
Jij ziet er uitgeblust uit.
Add a little confetti to each day.
De eredivisie is dood; het leven is eruit.
Coronavirus legt nieuwe bom onder economie.
Slide 9 - Slide
Beeldspraak
Bij beeldspraak wordt wat letterlijk bedoeld wordt (het object) aangeduid met een figuurlijk bedoeld woord of woordgroep (het beeld).
Er zijn verschillende vormen van beeldspraak:
1. vergelijking (met als/van of asyndetische vergelijking)
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie
Slide 10 - Slide
Expertgroep deel 1
De klas wordt verdeeld in groepjes van 4. Ieder groepslid verdiept zich in een ander onderdeel:
1. vergelijking (met als/van of asyndetische vergelijking)
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie
Opdracht: ieder voor zich bedenkt een uitleg en een voorbeeld.
Slide 11 - Slide
Expertgroep deel 2
De klas verdeelt zich opnieuw: alle groepsleden 1 gaan bij elkaar zitten, alle groepsleden 2 gaan bij elkaar zitten, etc.
Opdracht: Bedenk samen de beste uitleg en zoveel voorbeelden als nodig zijn om het duidelijk & compleet uit te leggen.
Slide 12 - Slide
Expertgroep deel 3
Iedereen gaat weer terug naar het eerste groepje.
Opdracht: jullie leggen aan elkaar de volgende onderdelen uit:
1. vergelijking (met als/van of asyndetische vergelijking)
2. metafoor
3. personificatie
4. synesthesie
Slide 13 - Slide
Dus: Dat is een wolk van een baby.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 14 - Quiz
Dus: In deze apotheek verkopen wij wapens tegen rimpels.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie
Slide 15 - Quiz
Dus: Ik ben bang dat ik pas in mei uit mijn donkere hol kruip.