H8: Het lichaam werkt 2

H8: het lichaam werkt
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H8: het lichaam werkt

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 8.1
Je leert welke organen, cellen en orgaanstelsels je hebt en hoe spieren aan energie komen.
1. Welke orgaanstelsels, organen en cellen heb je?
2. Hoe komen je spieren aan energie?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 8.2
Je leert hoe je ademhaalt, hoe zuurstof in je bloed komt en waarom je door je neus moet ademen.
1. Met welke 4 stappen haal je adem?
2. Hoe komt zuurstof in je bloed?

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
Bespreken van huiswerk opdrachten.
Bij elk leerdoel bespreken we een paar opdrachten.
Afsluitende vragen in lessonup.
Doe goed mee, want de volgende les hebben we een SO!

Slide 4 - Slide

Het huiswerk:
Bij paragraaf 8.1 de volgende opdrachten: 8, 9, 13, 16, 17

Bij paragraaf 8.2 de volgende opdrachten: 4, 5, 7, 10, 12 & 13


Slide 5 - Slide

Leerdoelen 8.1
1. Welke orgaanstelsels, organen en cellen heb je? 8, 9
2. Hoe komen je spieren aan energie? 13, 16

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 8.2
Je leert hoe je ademhaalt, hoe zuurstof in je bloed komt en waarom je door je neus moet ademen.
1. Met welke 4 stappen haal je adem? 3, 4
2. Hoe komt zuurstof in je bloed? 7, 10, 13

Slide 7 - Slide

Welk orgaan-stelsel gebruik je om een broodje te verteren?
A
gangen-stelsel
B
bloedvaten-stelsel
C
verterings-stelsel
D
ademhalings-stelsel

Slide 8 - Quiz

Bij welk orgaan-stelsel hoort de luchtpijp-tak?
A
gangen-stelsel
B
bloedvaten-stelsel
C
verterings-stelsel
D
ademhalings-stelsel

Slide 9 - Quiz

Bij welk orgaan-stelsel hoort het hart?
A
gangen-stelsel
B
bloedvaten-stelsel
C
verterings-stelsel
D
ademhalings-stelsel

Slide 10 - Quiz

Hoe komen jouw spieren aan energie om te bewegen?
A
Glucose (suiker)
B
Zuurstof
C
Glucose (suiker) + Zuurstof
D
Koolstof-dioxide

Slide 11 - Quiz

Wanneer stroomt de lucht IN je longen? (IN ADEMEN)
A
Als je ribbenkast groter wordt
B
Als je ribbenkast kleiner wordt
C
Als de luchtpijp aanzuigt
D
Als de longblaasjes zich vullen

Slide 12 - Quiz

Wanneer stroomt de lucht UIT je longen? (UIT ADEMEN)
A
Als je ribbenkast groter wordt
B
Als je ribbenkast kleiner wordt
C
Als de luchtpijp blaast
D
Als de longblaasjes zich legen

Slide 13 - Quiz

Hoe komt zuurstof in je bloed?
A
Als je UIT ADEMT
B
Via de longblaasjes
C
Als je hart bloed pompt
D
Als je spieren het nodig hebben

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide