Begeleiding van cliënten met persoonlijkheidsstoornissen
1. Richt je niet op het veranderen van het gedrag, maar leer omgaan met het moeilijke gedrag
2. Ga op een professionele manier met de cliënt om
3. Ga niet in discussie over regels en afspraken
4. Help de cliënt bij het goed omgaan met gevoelens van machteloosheid
5. Doseer frequentie en intensiteit van het contact zorgvuldig
6. Beoordeel welk gedrag je wel en welk gedrag je geen aandacht moet geven
7. Wees alert op het risico van zelfverwaarlozing
8. Heb aandacht voor de behoeften van naastbetrokkenen